De Amerikaanse rechter die 54 miljoen dollar (40,5 miljoen euro) compensatie eist voor een verdwenen broek, had ten tijde van het incident tussen niet meer dan tweeduizend euro op zijn bankrekening. Bovendien was hij werkloos en verwikkeld in een vervelende scheiding. Dat bleek woensdag op de laatste dag van de rechtszaak.
Bestuursrechter Roy Pearson eist de schadevergoeding van twee Zuid-Koreaanse eigenaren van een stomerij in Washington. Zij zouden twee jaar geleden een broek van hem zijn kwijtgeraakt. Toentertijd was de rechter in een vervelende scheiding verwikkeld, had hij bijna geen geld meer op zijn rekening staan en was hij werkloos, bleek tijdens de rechtszaak.
De advocaten van beide partijen hebben woensdag een slotpleidooi gehouden. De rechter zal eind volgende week haar uitspraak doen. “De klant heeft altijd gelijk,” houdt Pearson vol. Volgens hem zou hij als klant altijd zijn zin moeten krijgen als in de stomerij een bordje met ‘tevredenheid gegarandeerd’ hangt. Dat bordje hing er twee jaar geleden inderdaad, maar is inmiddels verwijderd.
Pearson beroept zich bij zijn exorbitante schadeclaim op een wet ter bescherming van consumenten. Volgens de interpretatie van Pearson staat op overtreding van die wet een boete van 1.500 dollar (1.124 euro) per dag. Pearson telde in totaal twaalf schendingen in twaalfhonderd dagen en vermenigvuldigde dat aantal met drie, omdat behalve hijzelf nog twee personen zijn gedupeerd door de stomerij. Zo kwam hij uit op een schadeclaim van 65 miljoen dollar. Later stelde hij dat bedrag iets naar beneden bij.
De problemen begonnen in 2005 toen Pearson een aantal maatpakken voor wat verstelwerk naar de stomerij annex kleermaker bracht. Toen hij zijn kleren twee dagen later weer kwam ophalen, ontbrak er een broek. Pearson eiste eerst duizend dollar (750 euro) ter vergoeding van zijn nu incomplete pak. De stomerij overhandigde hem toen een antracietkleurige pantalon - volgens Pearson niet de zijne - en zei dat de broek was teruggevonden. Daarop besloot Pearson de stomerij voor de rechter te dagen.
In de rechtszaal zei een hevig geëmotioneerde Pearson dinsdag de claim te hebben ingediend in het belang van alle inwoners van Washington, om hen te behoeden voor slechte bedrijfsvoering.