Het psalmzingen met de Bovenstem wordt erkend als immaterieel erfgoed. Het is een godsdienstige traditie die tegenwoordig nauw verwant is met de culturele identiteit van het Overijsselse Genemuiden.

Het is de eerste uitgesproken protestantse traditie die een plaats krijgt op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. De erkenning van het psalmzingen met de Genemuider Bovenstem wordt bekendgemaakt op een informatiedag over immaterieel erfgoed in Overijssel, die zaterdag wordt gehouden in Nijverdal.

De traditie van het vier-stemmig psalmzingen gaat terug tot in de achttiende eeuw. Naar aanleiding van de in 1773 ingevoerde nieuwe berijming van de psalmen door de Staten Generaal, verscheen in 1780 een nieuwe vierstemmige psalmbundel, aangepast aan de nieuwe berijming, die in 1870 opnieuw werd uitgegeven.

Het psalmzingen met de Genemuider Bovenstem is zeker niet alleen een kerkelijke traditie. Bekend is dat in de negentiende en twintigste eeuw in menig Genemuider gezin na de maaltijd een psalm werd gezongen, waarbij de vader de Bovenstem zong om die door te geven aan zijn kinderen.

Dat gebeurde ook wel in de stal tijdens het melken. Verder zongen gezinnen, families en gezelschappen thuis psalmen met of zonder Bovenstem.