Een grote vlakte waar weinig mensen wonen, zo dicht mogelijk bij de evenaar. Dat waren de criteria voor de Sovjet-Unie, toen ze in de jaren vijftig op zoek ging naar een lanceerbasis voor raketten. Nabij de evenaar krijgen raketten namelijk extra snelheid mee van de draaiende aarde. De Sovjet-speurtocht eindigde op de Kazachse steppe. Die ligt nog altijd vrij ver van de evenaar, maar heel veel zuidelijker reikte de Sovjet-Unie niet.

De lanceerbasis Bajkonoer was geheim in de Koude Oorlog. Het werd vernoemd naar een dorp dat zo’n 300 kilometer verderop lag. Het idee was dat Amerika de basis dan bij dat dorp zou zoeken. Pas in 1995 kreeg de stad die bij de basis was gebouwd ook de naam Bajkonoer.

Op de lanceerbasis zijn veel historische vluchten begonnen: de eerste satelliet ooit, het eerste dier (hond Laika) en de eerste mens in de ruimte. Ook André Kuipers vertrok tweemaal naar de ruimte vanuit Kazachstan: in 2004 en in 2011.

Met zijn werk wil Eddo Hartmann ons wijzen op de toenemende vervuiling van onze atmosfeer. ‘Als dit het deel is dat terugvalt, wat hangt er dan allemaal boven ons hoofd? Het is een soort schroothoop aan het worden, maar dan in de lucht.'

‘Het was goed zoeken’, vertelt fotograaf Eddo Hartmann over zijn expeditie in Kazachstan. ‘Door de baan van de raketten is bekend waar ruimtepuin over het algemeen gaat vallen.’ Maar zonder hulp van de bevolking was het nooit gelukt om het daadwerkelijk te vinden op de uitgestrekte Kazachse steppen.

Het neusstuk van een raket belandde bij boer Talgat op het erf. Raketten brengen gewoonlijk satellieten of astronauten de lucht in, maar lang niet alles eindigt buiten de atmosfeer. Er keren ook heel wat restanten terug naar de aarde, waarvan slechts delen verbranden tijdens de reis door de dampkring.
Foto

Er wonen nomadische gemeenschappen van herders die de hele dag over die steppen trekken. Via-via vertelt iemand: ‘Ik weet nog van die en die verderop’. Zo kom je steeds dichterbij en dan hoor je: ‘Ja, ik heb daar iets zien liggen’.’

Je zou maar zo’n stuk puin op je kop krijgen. Toch blijkt het risico daarop verwaarloosbaar. In de hele geschiedenis is slechts één geval bekend van iemand die geraakt werd door ruimtepuin. Een Amerikaanse kreeg in 1997 een metalen plaatje tegen haar schouder, niet zwaarder dan een colablikje. Ze hield er slechts een bijzonder verhaal aan over.

Een groter risico vormen de raketrestanten ná hun val, zegt fotograaf Eddo Hartmann. De panelen zijn gemaakt van hoogwaardig metaal en dus geld waard voor speurders. Maar ze zijn niet altijd veilig. ‘De brandstof van sommige raketten is erg corrosief en hartstikke giftig.’ Ruimtepuin heeft zo indirect wel degelijk tot doden geleid.