De twaalf ministeries in Nederland hebben in 2021 en 2022 tot nu toe in totaal 386.200 euro aan dwangsommen betaald, omdat ze niet op tijd op informatieverzoeken reageerden.

Dat blijkt uit berichtgeving van NRC. Het gaat om verzoeken op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet open overheid (Woo), die de Wob op 1 mei verving.

Iedere Nederlander kan volgens deze wet overheidsdocumenten opvragen. Dat gaat van beleidsbesluiten tot appjes van ministers. Onderzoeksjournalisten maken daar veel gebruik van.

De overheid mag op enkele gronden informatie weigeren. Maar ook in die gevallen moeten ministeries de aanvrager tijdig een antwoord geven. De wettelijke beslistermijn is 28 dagen, die kan met 14 dagen verlengd worden.

Als de overheid de stukken dan nóg niet heeft vrijgegeven, kan de indiener van het verzoek naar de rechter stappen. Die kan een nieuwe termijn bepalen en een dwangsom opleggen. Vaak is dat 100 euro voor iedere extra dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van 15.000 euro. Dit geld moet betaald worden aan de aanvrager.

De bijna vier ton aan dwangsommen die de ministeries betaald hebben betreft de periode 1 januari 2021 tot 20 juli 2022. Deze cijfers heeft NRC opgevraagd bij de ministeries - overigens zonder daarvoor een beroep op de Woo te hoeven doen.