Door met kleinere vliegtuigen naar Europa te vliegen, kan Continental Airlines het aantal bestemmingen vergroten en kosten besparen. Maar sterke wind dwingt rechtstreekse vluchten nu tot extra tankstops met forse vertragingen tot gevolg.
Continental Airlines-vluchten van de Amerikaanse oostkust naar Europa moeten vanwege sterke tegenwind steeds vaker tankstops maken in Canada en IJsland.
De Boeing 757-toestellen van de luchtvaartmaatschappij hebben normaal genoeg kerosine aan boord om de overtocht te maken, maar door de sterke tegenwind raakt de brandstof sneller op, waardoor Continental-vluchten nu een omweg moet maken via Canada of IJsland.
Dat schreef The Wall Street Journal woensdag.
Continental Airlines zet tegenwoordig Boeings 757 in op transatlantische vluchten, omdat vliegen met dit type dat goedkoper is. De toestellen hebben minder personeel aan boord, en omdat ze kleiner zijn, rendeert het eerder om een bestemming aan te doen.
De maximum reikwijdte van de 757 is echter slechts 4100 nautische mijlen (7593 km). Aangezien bestemmingen als Amsterdam, Frankfurt en Parijs op meer dan 3800 nautische mijlen vliegen van vliegveld Newark nabij New York liggen, is de marge krap.
De brandstoftekorten, veroorzaakt door de dit jaar uitzonderlijke sterke tegenwind boven de Atlantische oceaan, leveren weliswaar geen gevaar, maar dankzij de tankstop wel veel vertraging op. Reizigers missen hun aansluiting en belanden in hotels.
In december moesten 43 van de 1100 transatlantische vluchten een tussenlanding maken, waaronder een vlucht naar Amsterdam. Normaal zijn dat er slechts 12 per maand.
KLM vliegt niet met vliegtuigen van dit type. Of KLM wel last heeft van de sterke winden boven de Oceaan, is niet duidelijk. De luchtvaartmaatschappij was woensdagochtend onbereikbaar voor commentaar.