Een snorkelaar in Californië heeft het karkas van een vijf meter lange riemvis gevonden. De vondst van het 'zeemonster' is bijzonder, omdat riemvissen doorgaans op grote diepte leven.
Jasmine Santana, een 26-jarige medewerkster van het Catalina Island Marine Institute, ontdekte de enorme vis toen ze aan het snorkelen was. Het karkas dreef op ongeveer tien meter diepte.
Ze besloot de riemvis naar het droge te halen, omdat ze bang was dat anders niemand haar zou geloven. Ze trok het dier aan zijn staart mee en had vervolgens vijftien helpers nodig om de loodzware vis aan land te brengen.
Riemvissen - ook bekend als haringkoningen - kunnen tot elf meter lang worden. Ze komen zelden aan de kust. Ze leven tot op een diepte van duizend meter en worden daarom bijna nooit gezien. Daardoor is er ook weinig onderzoek naar de soort gedaan.
Mogelijk is de riemvis de bron van zeemansverhalen uit vroeger tijden over zeemonsters of reuzenzeeslangen.
In het verleden zijn er wel vaker dode riemvissen aangespoeld. In 1996 werd bij San Diego een exemplaar van zeven meter gevonden. In 2009 spoelden twee kleinere riemvissen (ruim drie meter) aan op Texel en Vlieland. Foto