Bepaalde insecten hebben ronddrijvend plastic in de Stille Oceaan ontdekt als plek om hun eitjes te leggen. Zo groeit een ecosysteem op de drijvende vuilnisbelt.
Onderzoekers van de University of California namen watermonsters in het noordoostelijke deel van de Stille Oceaan tussen Californië en Hawaï. Ze stelden vast dat de hoeveelheid kunststofdeeltjes in het water sinds 1970 verdubbeld is. De vervuiling heeft voor de meeste dieren vooral negatieve gevolgen. Vissen en vogels slikken de onverteerbare deeltjes in, waardoor ze verzwakken, of de deeltjes via roofdieren hoger in de voedselketen verspreiden.
Uit het onderzoek blijkt dat bepaalde dieren ook van de plastic soep profiteren. Een soort oceaanschaatser, de Halobates sericeus, legt haar eitjes in onvervuild water op ronddrijvende vogelveren of stukjes stof, maar drijvende kunststofstukjes zijn een perfect alternatief. De waterstalen met het meeste plastic bevatten ook de meeste oceaanschaatsers en eitjes.
Nu er steeds meer afval in de oceaan drijft, staan de insecten vermoedelijk voor een populatie-explosie. Vermoedelijk profiteren dieren die zich met de oceaanschaatsers voeden ook mee, maar de onderzoekers benadrukken dat de uiteindelijke rekening van de plastic soep negatief zal zijn. Hoe het volledige ecosysteem zal reageren valt immers niet te voorspellen.