In Brazilië is een burgemeester aangeklaagd voor het verzinnen van een natuurramp. De man meldde half juni bij de autoriteiten dat zijn dorp was getroffen door overstromingen en aardverschuivingen, maar feitelijk was er helemaal geen regen gevallen.
In totaal zou er 28 centimeter aan regenwater zijn gevallen. Er waren volgens de burgemeester tien huizen en twee bruggen verwoest. Ook zou er schade aan straten zijn geweest.
Hij kreeg vervolgens bijna 900.000 euro aan noodhulp van de regering voor de wederopbouw van het dorp.
Een wantrouwige officier van justitie ontdekte dat er op twee van de drie dagen waarop de ramp zou hebben plaatsgevonden, helemaal geen regen was gevallen. Op de derde dag viel 0.2 millimeter.
Volgens justitie wilde de burgemeester met het verhaal de aanbestedingswetten omzeilen: één aannemer kreeg de opdracht nieuwe bruggen en wegen aan te leggen.
Als de burgervader schuldig wordt bevonden, zal hij het geld moeten terugbetalen. Hem kan ook verboden worden mee te doen aan verkiezingen.