Rijke Amerikanen die in 2010 overlijden, kunnen dankzij voormalig president George Bush belastingvrij een vermogen nalaten. Voor de erven van een recent overleden Texaanse scheelt dat enkele miljarden dollars.
De dood van de Texaanse energietycoon Dan L. Duncan, afgelopen maart, komt voor zijn erfgenamen op een bijzonder moment. Sterven in 2010 is fiscaal namelijk heel voordelig, voor wie vermogen erft van Amerikanen met een bezit van meer dan 3,5 miljoen dollar.
Rijke Amerikanen die in 2009 overleden, zadelden hun erfgenamen op met een successiebelasting van minimaal 45 procent. Voor 2011 is het tarief gemiddeld 55 procent, bericht The New York Times.
De tijdelijke vrijstelling van de successiebelasting voor 2010 is een restant van wetgeving die president George W. Bush in 2001 doorvoerde - als onderdeel van een pakket belastingverlagingen. Democratische Congresleden hebben geprobeerd de vrijstelling van de erfbelasting geheel terug te draaien, maar in het wetgevingsproces is het jaar 2010 overgeslagen.
Financiële adviseurs in de VS hebben gewaarschuwd dat deze omissie tot macabere situaties kan leiden, bij beslissingen om levens van terminale patiënten eind 2010 al dan niet voor de jaarwisseling te beëindigen.
Voor de erven van Duncan, vier kinderen en vier kleinkinderen, levert de tijdelijke vrijstelling van de erfbelasting in ieder geval miljarden op. Het vermogen van Duncan wordt door zakenblad Forbes op negen miljard dollar geschat.
De belasting op nalatenschappen van meer dan 3,5 miljoen dollar raakt slechts ongeveer 5.500 erfenissen per jaar in de VS, maar levert de Amerikaanse schatkist doorgaans aanzienlijke inkomsten op. In 2008 haalde de federale overheid ruim 25 miljard dollar op met de 'doodbelasting'.