Je moet er niet aan denken, maar je huisdier gaat een keertje dood. Je kunt je dode dier dan begraven of cremeren, maar vanaf nu kan je hem ook inleveren bij de dierenarts. Het lichaam kan dan nog nuttig zijn. In Nederland worden ieder jaar meer dan een half miljoen dieren speciaal gefokt om te gebruiken voor dierproeven. Dat zijn onder andere muizen en konijnen, maar ook honden en katten. Een klein deel van de proefdieren wordt gebruikt in het onderwijs, bijvoorbeeld door universiteiten die studenten opleiden tot dierenarts. Doordat dieren nu donor kunnen worden, kunnen overleden huisdieren een gedeelte van die proefdieren vervangen. Proefdiervrij heeft het Huisdierdonorcodicil bedacht om het stijgende aantal proefdieren in het onderwijs aan te pakken. Samen met de Universiteit Utrecht willen ze zo duizenden proefdieren die in Nederland in onderwijspractica gebruikt worden, vervangen. De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is de eerste opleiding in Nederland die werkt met het Huisdierdonorcodicil. Het is de bedoeling dat op termijn alle Nederlandse universiteiten hiermee gaan werken.