Er gaat steeds meer aandacht naar een gezonde voeding. En maar goed ook, op het eerste zicht. Die trend blijkt echter een gruwelijke schaduwkant te hebben. Voor het maken en testen van al die verantwoorde mensenvoeding worden steeds meer dierenproeven uitgevoerd. Volgens de Sunday Times maar liefst 300 procent meer in een jaar. Dat blijkt uit cijfers van het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken. Die geven aan dat er in 2006 welgeteld 4.038 proeven op dieren werden gedaan, tegenover 862 het jaar daarvoor, en dat allemaal om voedingssupplementen of alternatieven voor suiker te ontwikkelen. In veel gevallen gaat het om proeven die pijnlijk zijn, waarbij verwondingen worden toegebracht aan de proefdieren of waarin die uiteindelijk worden gedood, om zo de effecten van de voedingsmiddelen te kunnen nagaan. Zo werd bij een test aan de universiteit van Glasgow aan knaagdieren frambozensap toegediend, waarop de dieren werden gedood zodat kon worden gezien waar dat sap in de hersenen, lever en nieren was opgeslagen. Bij een ander experiment, in een Londens ziekenhuis, werden ratten gedwongen vissupplementen te eten. En in Aberdeen kregen ratten twee weken lang rauwe, of heel even gekookte kool te eten. Ook die proefdieren werden gedood om te zien wat dit dieet had gedaan met de lever. Naast knaagdieren werden ook honden en konijnen gebruikt om producten en voedingswaren uit te testen die de mens gezond(er) zouden moeten maken. Zo kregen in Amerika levende konijnen een extract van groene thee in de ogen gespoten. Want groene thee wordt zoals bekend verondersteld heel goed te zijn voor de gezondheid van de mens. Michelle Thew, de directrice van de Britse anti-vivisectiebond, zegt "de toename van het testen van voedsel op dieren, dit allemaal om lucratieve 'supervoeding' te ontwikkelen, is een verborgen schandaal. De mensen zijn zich niet bewust van het dierenleed dat hierdoor wordt veroorzaakt". Organisaties voor dierenwelzijn voegen daaraan toe dat veel van de proeven onnodig zijn, of ook met mensen konden worden verricht. Een woordvoerder van het ministerie dat de cijfers vrijgaf, onthield zich van commentaar en wilde slechts kwijt dat "proeven met voeding nodig zijn om aan de regelgeving terzake te beantwoorden".