NASA vond vanuit de ruimte maar liefst vijftig superuitstoters van methaan. Sommigen waren tot nu toe onbekend. Het gaat om olie- en gasfaciliteiten in onder meer de VS, Iran en Turkmenistan.

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie kon het methaan registreren met een beeldspectrometer die onder het ISS hangt en eigenlijk is bedoeld om de impact van stof in de atmosfeer op klimaatverandering te onderzoeken.

Methaan is na CO2 het belangrijkste broeikasgas waardoor de aarde opwarmt. Maar waar CO2 eeuwen in de atmosfeer blijft, is methaan na een jaar of tien verdwenen. Door de methaanuitstoot terug te dringen kun je dus veel sneller invloed uitoefenen op het klimaat.

De NASA ziet dan ook grote kansen in het terugdringen van de methaanuitstoot van deze superuitstoters. “Het inperken van de methaanemissies is de sleutel tot het beperken van de opwarming van de aarde”, zegt topman Bill Nelson van de ruimtevaartorganisatie.

De superuitstoters bevinden zich vooral in Centraal-Azië, het Midden-Oosten en het zuidwesten van de VS. Het methaan komt vrij bij de landbouw, de productie van fossiele brandstoffen en afvalverwerking.

Zo is er een methaanwolk ontdekt van bijna 5 kilometer bij een vuilnisbelt ten zuiden van Teheran. Bij een olie- en gasfaciliteit in Turkmenistan werden twaalf methaanpluimen waargenomen, waarvan sommige wel 30 kilometer lang. En in de Amerikaanse staat New Mexico veroorzaakte een olieveld een methaanpluim van 3 kilometer. “Sommige van de methaanpluimen behoren tot de grootste die ooit gezien zijn”, vertelt onderzoeker Andrew Thorpe aan persbureau Reuters.