In China is een 146.000 jaar oude schedel opgedoken en volgens Chinese onderzoekers gaat het om een nieuwe mensensoort. Als dat klopt, moeten we afscheid nemen van een nauwe verwant: de Neanderthaler is niet langer onze naaste.

Terwijl de Neanderthaler in Europa rondliep, ontwikkelde een andere zustersoort van de moderne mens zich in Zuidoost-Azië. Onze evolutiegeschiedenis is veel grilliger dan onderzoekers dachten.
We waren eraan gewend geraakt om bij elkaar – en bij onszelf – Neanderthalerkenmerken te zien: het lage voorhoofd, de grote neus en de brede mond. Omdat de Neanderthaler onze naaste verwant was, dachten we. Maar nee. Maak kennis met de drakenmens uit China, een onbekende soort die volgens onderzoekers dichter bij ons staat dan de Neanderthaler.

Goed, we kennen de nieuwe soort van slechts één schedel, maar het is de grootste en best bewaarde schedel van een oermens die onderzoekers ooit hebben gezien. De zeer brede en langgerekte hersenpan mist weliswaar zijn onderkaak en heeft nog maar één tand, maar verder is ons nieuwe familielid volledig intact.

De schedel, gevonden in de stad Harbin in het noordoosten van China, heeft een unieke mix van moderne en primitieve kenmerken. Volgens de Chinese onderzoekers gaat het om een nog onbekende mensensoort. Hij is Homo longi gedoopt, drakenmens, naar de plaats van de vondst: de provincie Heilongjiang, wat ‘rivier van de Zwarte Draak’ betekent. En een computeranalyse van de schedel plaatst de nieuwe soort vlak naast Homo sapiens op de stamboom van de mens – vóór de Neanderthaler.

De pas ontdekte schedel vertoont een unieke mengeling van moderne en primitieve kenmerken, waardoor sommige wetenschappers spreken van een nieuwe soort, Homo longi. De schedel is de best bewaarde vondst van een prehistorische mens tot nu toe.
Samen met enkele andere Aziatische schedelvondsten van de laatste jaren zet dit Azië stevig op de wereldkaart als hotspot van de menselijke evolutie.

‘Deze schedel toont aan dat er in China naast de Neanderthalers en Homo sapiens een derde mensenlijn was, met een eigen evolutiegeschiedenis van honderdduizenden jaren,’ zegt paleoantropoloog Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen, die hielp bij de analyse van de nieuwe vondst.

Dat we oog in oog staan met ons nieuwe familielid is een ongelooflijke toevalstreffer, want de schedel kwam al in 1933 uit de grond, maar werd verstopt in een put – en bijna vergeten.

In 2018 lag een oude Chinese man op zijn sterfbed. Hij had een geheim dat hij nu eindelijk met zijn kleinkinderen wilde delen.

In 1933 werkte hij als jongeman aan een brug over de rivier de Heilong Jiang in de stad Harbin. China was toen door Japan bezet. Op een dag kwam de brugwerker in de modder van de rivier een voorwerp tegen en toen hij het oppakte, staarde hij recht in een paar grote, vierkante oogkassen in een enorme schedel.
85 jaar lag de schedel op de bodem van een opgedroogde put, waar hij in 1933 werd verstopt.
De jonge bouwvakker verstopte de schedel in een doek en nam hem mee naar huis. Om te voorkomen dat de vondst in Japanse handen zou vallen, liet hij hem in een opgedroogde put zakken.

Werken voor de Japanners was beschamend, dus misschien had de man daarom zijn geheim niet eerder verteld. Maar nu, 85 jaar later, vissen zijn kleinkinderen de schedel uit de put en overhandigen hem aan paleontoloog Qiang Ji van de GEO-universiteit in Shijiazhuang, provincie Hebei. En hij kan zijn ogen niet geloven als hij ziet hoe groot en intact het fossiel is.

Qiang Ji stelt een team van Chinese wetenschappers samen en nodigt twee internationaal vermaarde deskundigen op het gebied van de prehistorische mens uit: de voornoemde professor Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen en professor Rainer Grün, voormalig hoofd van het Australisch centrum voor onderzoek naar de menselijke evolutie.

Uit de neus van de schedel halen de onderzoekers wat modder dat kan worden gebruikt om de ouderdom van de vondstplek nader te bepalen. En ze boren een gaatje in het neusbeen om met de botmassa de drakenman te kunnen dateren.

Aan de hand van het bot hebben onderzoekers kunnen vaststellen dat de drakenmens ten minste 146.000 jaar geleden leefde. Aan de grootte en de kenmerken te zien behoorde de schedel toe aan een machtig man. En de slijtage van het tandglazuur verraadt dat hij niet ouder was dan 50 jaar.

Hoewel de exacte locatie van de vondst onbekend is, is het zeker dat de schedel werd gevonden in de rivieroever bij de Dong Jiang-brug. Daarom hebben onderzoekers daar boormonsters genomen, en geochemici hebben sedimenten en andere fossielen geanalyseerd. De samenstelling van de modder uit de neus kwam overeen met de boormonsters, waaruit bleek dat de schedel in aardlagen lag die 138.000-309.000 jaar geleden zijn gevormd. Dit is in overeenstemming met de datering van de schedel.

Het toeval wil dat het gebied zeer rijk is aan fossielen, die de wetenschappers hebben geholpen bij de reconstructie van de wereld waarin de drakenmens leefde. Daaruit doemt een beeld op van een ecosysteem met voldoende eetbare planten en vissen om jager-verzamelaars te voeden, maar ook een ruig en bitter koud klimaat.

Tegenwoordig is het in Harbin gemiddeld -16 °C in de winter, en het was niet veel warmer toen de man nog leefde. Het kan bijna niet anders of de oude Chinezen maakten vuur, droegen kleren en bouwden hutten om te overleven.

De drakenmens kan ook meer isolerend vet en meer haar op zijn lichaam hebben gehad dan de moderne mens.

Als onderdeel van de analyse maakten de onderzoekers een CT-scan van de schedel van de drakenman en reconstrueerden deze in 3D. Vervolgens konden ze alle delen van de schedel opmeten volgens de internationale maatstaven. In totaal werden 600 kenmerken vastgelegd, en ook wat het fossiel mist, zoals verstandskiezen.

De onderzoekers voerden de gegevens in een computerprogramma in en lieten er statistische kansrekeningen op los van het verband tussen de drakenmens en een honderdtal andere menselijke fossielen van over de hele wereld, die ook in 3D waren nagemaakt.

Het resultaat was een stamboom met vijf takken van de oudste tot de jongste soort. Eerst Homo erectus, toen Homo heidelbergensis, daarna de Neanderthaler, gevolgd door ‘de Harbin-groep’ met de nieuwe schedel, en ten slotte Homo sapiens.

Tot nu toe dachten wetenschappers dat de Neanderthaler in de menselijke stamboom het dichtst bij ons stond.