Een man die een superaandeel van biergigant Heineken Holding in zijn bezit heeft, kan fluiten naar de 6,4 miljoen euro die dat document waard zou zijn. Volgens Heineken is het aandeel niet meer geldig. De rechter geeft de brouwer gelijk.

Volgens de inmiddels 54-jarige man gaf zijn moeder hem voor zijn elfde verjaardag een 'superaandeel' Heineken Holding. Het betrof een zogenoemd CF-stuk, een waardepapier dat goed was voor 10.000 aandelen.

Dergelijke superaandelen waren vooral in handen van grote professionele beleggers als verzekeraars en pensioenfondsen. Zij werden beheerd door een gespecialiseerd effecteninstituut, en in een bankkluis bewaard bij ABN Amro.

Heineken Holding bracht tussen 1972 en 1995 een kleine duizend van deze stukken in omloop.

De man stelt dat zijn vermogende moeder hem het kostbare waardepapier in 1978 heeft geschonken, met het oog op zijn financiële toekomst. Hijzelf zou het effect zijn kwijtgeraakt, maar het in 2017 bij een zolderopruiming weer hebben teruggevonden.

Omdat Heineken de CF-stukken inmiddels heeft afgeschaft en omgeruild voor een nieuw type aandeel, wil de bezitter dat de bierbrouwer ook zijn oude superaandeel omwisselt.

Als gevolg van aandelensplitsingen in het verleden zou het stuk inmiddels goed zijn voor 78.125 aandelen Heineken Holding. Die vertegenwoordigen een huidige waarde van bijna 6,4 miljoen euro.

Maar Heineken weigert het CF-stuk om te wisselen. Volgens de bierbrouwer is het waardepapier ongeldig en waardeloos, omdat het bedrijf dergelijke stukken eind jaren negentig heeft afgeschaft.

De onderliggende aandelen werden toen omgezet naar een nieuw type aandelenbewijs, waarna de oude effecten allemaal vernietigd zouden zijn. Volgens Heineken is dit specifieke CF-stuk met volgnummer 65 destijds tijdens het vernietigingsproces mogelijk gestolen.

De man nam daarmee echter geen genoegen, en stapte naar de rechter. Uit een onlangs openbaar geworden uitspraak blijkt dat hij zijn zaak vorige week verloor.

De rechtbank Amsterdam vindt het verhaal van de aandelenbezitter ongeloofwaardig. In de eerste plaats is het onwaarschijnlijk dat zijn moeder destijds zo'n aandeel kon kopen, omdat die alleen in handen waren van grote, professionele beleggers.

Bovendien kwamen dergelijke waardepapieren de kluis bij ABN Amro (en later Necigef) nooit uit. Voor de suggestie dat het superaandeel mogelijk door Freddy Heineken of een werknemer van de bierbrouwer buiten dat systeem is gebracht, ziet de rechter geen aanknopingspunten.

Ook vindt de rechter het vreemd dat de man het superaandeel, dat destijds al een waarde van 1 miljoen gulden vertegenwoordigde, in een plastic mapje bewaarde en kwijtraakte.

Heineken hoeft de man daarom niet te erkennen als aandeelhouder, en hoeft het oude waardepapier dus niet om te wisselen voor nieuwe aandelen. De bezitter van het CF-stuk kan daardoor fluiten naar zijn gewenste 6,4 miljoen euro.

Advocaat Mijke Sinninghe Damsté van de bierbrouwer kon geen toelichting geven. "Heineken Holding heeft geen commentaar op de uitspraak." Advocaat Jop Fellinger laat weten dat de aandeelbezitter een hoger beroep overweegt. "Het vonnis geeft er zeker aanleiding toe."