Al sinds de oudheid worden aan barnsteen geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Barnsteen zou een krachtige pijnstiller en ontstekingsremmer zijn, en ook helpen tegen schimmelinfecties, epilepsie, kanker en een hele reeks andere aandoeningen. Er bestaat dan ook een heel gamma aan alternatieve geneesmiddelen op basis van barnsteen. Ouders kunnen bijvoorbeeld een barnstenen halssnoer voor hun baby kopen. Het halssnoer verzacht de pijn van doorkomende tandjes, zo beweren sommige fabrikanten.

Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat barnsteen een positief effect op de gezondheid heeft. De halskettingen voor baby’s kunnen zelfs potentieel gevaarlijk zijn, vanwege het risico op wurging of verstikking.

Toch zou barnsteen in theorie een geneeskrachtige werking kunnen hebben. Barnsteen, dat ook wel amber genoemd wordt, is gefossiliseerd hars van bomen die miljoenen jaren geleden leefden. Het hars had waarschijnlijk een verdedigingsfunctie: het beschermde de boom tegen plantenetende insecten en tegen ziekteverwekkende micro-organismen. Het hars bevatte dus misschien chemische stoffen met een antibacteriële werking. En die stoffen zijn mogelijk bewaard gebleven in het barnsteen.

Een team van Amerikaanse wetenschappers heeft daarom de chemische samenstelling van barnsteen onderzocht. Ze kochten enkele stukken barnsteen en vermaalden die tot een fijn poeder. Een analyse van het poeder toonde aan dat er tientallen chemische stoffen in zaten, waaronder een groot aantal abiëtinezuren.

De wetenschappers besloten daarom te onderzoeken of die zuren een antibacteriële werking hebben. Omdat abiëtinezuren moeilijk op te zuiveren zijn, bestelden ze enkele zuivere stalen bij een chemisch bedrijf. De stalen werden vervolgens toegevoegd aan bacterieculturen. Het resultaat was opmerkelijk. De zuren bleken activiteit te vertonen tegen verschillende bacteriesoorten, waaronder de MRSA-bacterie, die resistent is tegen het veelgebruikte antibioticum meticilline.

‘Deze experimenten zijn veelbelovend’, zegt Elizabeth Ambrose (University of Minnesota), die het onderzoek leidde. ‘Abiëtinezuren en hun derivaten zijn een potentiële bron van nieuwe medicijnen. Mogelijk kunnen ze een rol spelen in de strijd tegen antibioticaresistentie.’

Toch is enige terughoudendheid geboden. De abiëtinezuren werden alleen getest in een petrischaaltje, niet in proefdieren of mensen. Bijkomende studies zijn dus noodzakelijk.

De bevindingen van Ambrose en haar collega’s betekenen overigens niet dat barnsteen zelf geneeskrachtig zou zijn. Er zijn immers geen aanwijzingen dat de zuren kunnen vrijkomen uit het fossiele hars. Barnsteen kan dus dienen als een inspiratiebron voor nieuwe medicijnen, maar het is niet zelf een geneesmiddel.