Spreken jij en je partner soms met een hoog, schattig stemmetje tegen elkaar? Deel je een eigen taaltje dat niemand anders verstaat? Je bent niet alleen: ongeveer twee derde van de mensen praten soms ‘babytaal’ met hun partner. Seksuologe Audrey Aerens (KU Leuven) onderzocht of dit wel een goed idee is.

Een melodieuze toon, zelfverzonnen woorden. Is babytaal een teken van onvolwassen communicatie of net hét geheim van een geslaagde relatie? Aerens ging op zoek naar wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op haar vraag, maar dat ging moeizaam: “Het gebruik van babytaal bij koppels is in het verleden nog maar één keer onderzocht, nu al meer dan 20 jaar geleden.”

Daarom legde ze zelf een uitgebreide enquête voor aan 1.142 participanten. Alle resultaten wezen consistent in dezelfde, geruststellende richting: “Babytaal is goed voor je relatie of een teken van een goede relatie. Koppels die zich wat zorgen maakten over hun babytaalgebruik, mogen dus op hun beide oren slapen.”

“Babytaal bij koppels komt trouwens vaak voor: ongeveer twee derde van de ondervraagden gebruikt het in zijn of haar relatie, bijna altijd door beide partners. Ook bleek uit het onderzoek dat koppels babytaal voornamelijk gebruiken als ze met hun partner alleen zijn en veel minder in een publieke context.”

Ook over het aantal conversaties waarin babytaal gebruikt wordt, is de enquête duidelijk: hoe meer, hoe beter. “Personen die het vaakst babytaal gebruiken in hun relatie, vertonen ook de hoogste scores op relatiegeluk, hechting en affectiegedrag.”

“Wanneer koppels babytaal gebruiken, voelen ze zich voornamelijk liefdevol en geamuseerd. Ze gebruiken babytaal vooral om affectie te uiten en plezier te maken. Attitudes tegenover babytaal zijn, in tegenstelling tot wat sociale media doen uitschijnen, hoofdzakelijk positief: de meesten vinden babytaal een teken van liefde.”

Die liefde wordt ook in de praktijk gebracht, zo blijkt uit de enquête: “Koppels die babytaal gebruiken kussen en knuffelen meer én hebben vaker seks dan zij die dat niet doen.”
Affectie

Wordt er tijdens de daad ook babytaal gesproken? “Ongeveer de helft van de bevraagden gebruikte het ooit al in een seksuele context in hun huidige relatie. Daarbij blijkt dat babytaal het minst voorkomt tijdens een seksuele activiteit, meer vóór een seksuele activiteit en het meest na een seksuele activiteit. Net zoals knuffelen na een vrijpartij, zou ook babytaal verbindend kunnen werken.”

“Participanten staan trouwens negatiever tegenover babytaal in een seksuele context, dan tegenover babytaal in het algemeen in een relatie. Ze vinden babytaal in een seksuele context hoofdzakelijk ‘ongepast’.”

“Dat is vreemd, want ze geven bij hun eigen babytaalgebruik in een seksuele context vooral aan dat ze zich net liefdevol en verbonden voelen. Negatieve emoties kwamen bijna niet voor. De meest voorkomende redenen om babytaal te gebruiken in een seksuele context waren opnieuw ‘plezier maken’ en ‘affectie uiten’.”

Moeten we nu allen babytaal beginnen te gebruiken, als we een goede relatie willen? “Zeker niet, maar als je het wel gebruikt, hoeft dat zeker niet te stoppen. Onwetendheid kan ertoe leiden dat we onnodig babytaal proberen weg te werken. Daarom wil ik de maatschappij, koppels én therapeuten informeren over de positieve effecten van babytaal bij koppels, om zo negatieve stereotypes uit de wereld te helpen.”

Meer info vind je op scriptiebank.be/babytaal