Ieder jaar komt er 40.000 ton buitenaards materiaal op onze aarde terecht, vooral onder de vorm van micrometeorieten. Je kan deze minuscule steentjes van amper 1 μm tot 2 mm overal terugvinden, zelfs in je tuin of op je dak. Geologe Flore Van Maldeghem bracht ze in beeld voor haar masterproef: “Dankzij micrometeorieten ontdekken we wat er in ons zonnestelsel allemaal rondzweeft. Al hebben ze waarschijnlijk nog veel meer te vertellen.“

Je kan nu uiteraard proberen om zelf een micrometeoriet te zoeken op straat, maar de kans dat je snel eentje vindt, is vrij klein. Ze raken verloren tussen al het materiaal dat buiten aanwezig is. Denk maar aan de aarde in je tuin, zand op het strand of de kiezelsteentjes op de oprit. Het is de spreekwoordelijke naald in een hooiberg. Daarnaast zorgt ons nat klimaat ervoor dat de partikels vrij snel aangetast worden en verweren. De samenstelling van deze micrometeorieten is niet meer precies dezelfde als toen ze nog in ons zonnestelsel rondzweefden.

Een plaats op aarde waar micrometeorieten wel in grote concentraties aanwezig zijn, is Antarctica. Hier is de input van materiaal bijna uitsluitend buitenaards. Dankzij het koude Antarctisch klimaat blijven de partikels beter bewaard, ze verweren veel trager. Dit is de reden waarom onderzoekers al enkele collecties van micrometeorieten verzamelden op verschillende plaatsen op Antarctica.

Er zijn drie verschillende soorten micrometeorieten. Er zijn er die volledig smelten in de atmosfeer, met als resultaat dat ze als een soort glazige bolletjes op aarde toekomen. Er zijn micrometeorieten die een beetje smelten, deze bestaan uit een fijnkorrelig materiaal met luchtbellen.

Maar het zijn de micrometeorieten die helemaal niet smelten, waar de onderzoekers écht naar op zoek zijn. Ook na hun reis door de atmosfeer, blijven de originele mineralen in deze meteorieten behouden. Dit maakt deze micrometeorieten uiteraard bijzonder interessant, maar ze zijn zeer zeldzaam: de omstandigheden moeten precies juist zijn om te vermijden dat de mineralen smelten.

Aangezien de eerste soort, de volledig gesmolten micrometeorieten, in veel grotere aantallen aanwezig zijn, werden deze al uitgebreid onderzocht. Intussen is er al veel gekend over de samenstelling van deze glazige bolletjes. Helaas raken de meteorieten vaak beschadigd tijdens het onderzoek.

De half- en ongesmolten micrometeorieten zijn zeldzamer en dus wou geologe Flore Van Maldeghem ontdekken of het ook mogelijk was om het onderzoek op een andere manier uit te voeren zonder risico op beschadiging. Voor haar masterproef maakte ze daarom CT-scans van de micrometeorieten. Deze CT-scans kan je vergelijken met die uit een ziekenhuis: door een serie van röntgenfoto’s te combineren is het mogelijk om een 3D-beeld te krijgen van het deeltje.

In combinatie met chemische data kan bovendien de samenstelling bepaald worden, maar door de beperkte afmetingen van de micrometeorieten is dat niet eenvoudig. Hiervoor gebruiken de onderzoekers geavanceerde apparatuur. Afhankelijk van de resultaten van de scan, kan er achteraf nog altijd voor gekozen worden om de meteorieten verder te onderzoeken met de oude methode.

De micrometeorieten vormen een groot aandeel van de totale hoeveelheid buitenaards materiaal op onze planeet en kunnen heel wat info geven over wat precies in ons zonnestelsel (en misschien daarbuiten) allemaal rondzweeft. Wie weet wat ze ons nog allemaal kunnen vertellen...