Dierenambulance 5 | |
| 13-11-25 13:32:13 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.3: Uitgekeken hond Dan komt er alweer een melding binnen. Dit keer een loslopende hond, bij een uitkijktoren langs de rivier. Fietsers hadden het dier aangetroffen. Het is niet ver. De uitkijktoren staat aan het eind van een smal weggetje. Als we aan komen rijden staan de melders te wachten, hond aan de lijn. We nemen het dier over en lezen de chip uit. Goed geregistreerd. We bellen het nummer. Het is de oude eigenaar. De mensen zijn verhuisd, het huis is overgenomen door hun zoon en die heeft gelijk de hond gehouden. Mevrouw zou haar zoon bellen en die zou de hond komen ophalen. Wij wachten en de oorspronkelijke melders fietsen door. Even later komt een auto aanrijden. Het is de zoon die de hond komt ophalen. Hond blij, zoon blij, alles in orde. De hond gaat wel vaker op sjouw en komt normaal vanzelf weer terug. Alleen dit keer niet. Mijnheer betaalt zonder enige discussie de kosten en wij kunnen verder. Terug op het asiel doen we het verhaal van de kat bij de zorginstelling. Later horen we van de dierverzorger dat het helemaal de kat niet is. De kat van de bewuste eigenaar is gechipt en de kat die we hebben meegenomen niet. Dus een “gewone” zwerver Inmiddels staat de accu van de bus laag. Eerst maar laden op de snellader en dan kunnen we door naar de volgende melding die inmiddels is binnengekomen. | |
| 16-11-25 15:17:21 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.4: Twee voor de prijs van één Dat zijn twee dode katten in één melding. De eerste daarvan is dezelfde kat aan de rivierdijk die vanochtend hebben proberen te vinden. De tweede is een kitten. Moederpoes was onder een auto gekomen en vier van de vijf kittens waren gevangen en naar het asiel gebracht. Nummer vijf was ontsnapt en is nu dood gevonden. Omdat de plaats moeilijk te vinden is halen we de melder van beide katten op van huis. Hij kan ons de juiste locatie wijzen. Het is een oud collega van de dierenambulance. Eerst naar de dijk. Die kat blijkt er toch te liggen. Alleen aan de andere kant van de dijk tussen het gras. Lastig te zien van bovenaf, vandaar dat ik hem had gemist. Dan naar de kitten. Die ligt op het erf van een leegstaande boerderij. Hoe ze het dier hebben gevonden is mij een raadsel. Maar hij ligt er. Een zielig hoopje vacht en botten. Ik keer een plastic zak om en pak het zo op. De plastic zak is bekant zwaarder dan de overblijfselen van het beestje. We brengen de melder terug naar huis en gaan met de twee dode katten naar het asiel. De vriezer daar is nu mudvol met dode beesten. Morgen moet iemand de beesten die daarvoor in aanmerking komen ophalen en naar de kadaverbak brengen. Vandaag gaat niet. Het is zondag en de faciliteit is gesloten. | |
| 17-11-25 14:44:03 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.5: Lamme gans De volgende melding, vandaag komt de ene na de andere binnen, is over een gans met een lamme vleugel. Ook die zit in de andere regio. Dit keer in een dorp aan een kleinere rivier. Onderaan de dijk huisjes, daar moesten we zijn. We stappen uit en melder komt ons al tegemoet. “Hij zit nu bij de buurman”. Buurman komt ook aanlopen. Gezamenlijk lopen we achterom naar wat goed beschouwd de uiterwaard is. Daar staat een schuurtje met vlak daarlangs een hek met grof gaas en prikkeldraad. Tussen dat gaas en het schuurtje zit de gans. Klemvast. Het arme beest kan geen kant op, met een vleugel half door het gaas. Ik klim het hek over en probeer het dier in de richting van verzamelde menigte te sturen. Het beest blaast en pikt. Niets van aantrekken, dat hoort zo. Maar ik kan er niet goed bij, het hek is te hoog. Ik vraag bijrijder om het grote net met de stok. Het gaat me om de stok, daarmee kan ik de gans een zetje geven in de goede richting. Dat lukt en één van de beide mannen grijpt het dier bij de kladden. Bijrijder opent de box en de gans wordt er in gedeponeerd. Klaar. Ik klim terug het hek over en dan gaan we terug naar de bus. Omdat we in de andere regio zitten gaat deze naar de opvang in de grote stad. Dan houdt het op met de meldingen. Ik breng bijrijder naar huis en ga zelf ook die kant op. Bus aan lader en klaar. Niet dus. Net een uur later komt er weer een melding door. | |
| 18-11-25 10:37:33 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.6: Gat in de nek Die nieuwe melding gaat over een duif die gewond is aangetroffen. Ik krijg een adres op in de stad, samen met een telefoonnummer. Zoals gebruikelijk bel ik om te laten weten wanneer ik er ongeveer ben. De melder reageert met de opmerking dat hij in de tussentijd nog een rondje kan maken maar dat hij op de plaats des onheils aanwezig zal zijn. Beetje vreemde opmerking, maar als ik er ben zal het wel duidelijk worden. En inderdaad. Als ik aan kom rijden staat een jong koppel, man en vrouw, te wachten. Ze waren de hond aan het uitlaten en al doende de duif gevonden. In de tussentijd had de duif zich een twintigtal meters verplaatst naar zat er nog steeds. De duif laat zich opvallend makkelijk vangen. Het is een jong beest, maar voldoende in de veren om vliegvaardig te zijn. Er is dus wat mis met het beest. Wat wordt duidelijk als ik de nekveren uit elkaar haal. Daar zit een wond om U tegen te zeggen. Ik kijk regelrecht tegen de ruggengraat aan. Een stevige aanval van een roofvogel. De melders vragen of er wat aan te doen is. Ik weet het niet maar volgens mij wordt het een gevalletje euthanasie. Maar er zijn mensen die meer verstand hebben van dit soort zaken. Daar zal ik hem naar toe brengen. Zo zeg ik het tegen de melders. Die zijn het daar mee eens. Met euthanasie is het beest beter af dan om met zo’n wond langzaam te laten creperen. Terug in de bus bel ik de opvang. Ik kan het beest in hok B zetten. Dan zal de beheerder er later op de avond naar kijken. Inmiddels is het tegen zevenen. Hoog tijd voor de aflossing. Ik bel mijn aflosser dat ik er aan zit te komen. En tegelijk dat hij de borst natmaken kan. Inmiddels zijn er alweer twee meldingen binnen gekomen. Één over een roofvogel en de tweede over een duif. | |
| 19-11-25 21:19:32 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.7: Roofvogel met kuren Als ik bij de aflosser aankom komt hij gelijk naar buiten. We gaan eerst naar de roofvogel en dan naar de duif. De roofvogel zit in het buitengebied en de duif gezien het adres in het dorp. We worden door de navigatie over de meest afschuwelijke zandweggetjes geleid, maar uiteindelijk komen wel wel op het juiste adres aan. De nummering is niet echt duidelijk. De melder had gevraagd door te rijden tot het hek en niet aan te bellen omdat daarmee de kinderen wakker zouden worden. We rijden de oprit op naar het woonhuis en stoppen bij het hek. Tegelijk komen al twee mannen op ons toe. Een hond is stevig aan het blaffen. Tot zo ver de nachtrust van de kinders. Een van de mannen heeft een schoenendoos met daarin de vogel. Een valk zeggen ze, al denk ik gezien het formaat dat het wel eens een sperwer zou kunnen zijn. We laten het in het midden. We zullen het bij de opvang wel horen. Een van de mannen had het dier in het weiland gevonden en opgeraapt. Niet iets wat je met een gezonde roofvogel kunt doen. We later het dier in de schoenendoos en nemen het zo mee. | |
| 20-11-25 11:31:12 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
22.8: Geraamde duif De melding van de duif komt inderdaad vanuit het dorp zelf, nabij de kerk. Het adres is in een setje nieuwe appartementen. Ervoor is zo ‘s avonds laat ruim parkeergelegenheid. We moeten op het eerste deel zijn. De trap omhoog en als we rondkijken waar we precies moeten zijn, worden we al vanuit één van de voordeuren gewenkt. Daar moeten we zijn. Het is een ouder echtpaar. De duif was met een forse knal tegen het raam gevlogen en vervolgens op het balkonnetje blijven zitten. Daar zat ‘ie nog steeds. Collega probeert het dier te vangen maar die verstopt zich achter het meubilair. Met wat klauterwerk kan collega hem toch pakken. Ik open de box, beest er in en klaar. We praten nog even met het echtpaar en gaan dan terug naar de bus. Beide vogels kunnen naar de opvang in de grote stad. Daar aangekomen blijkt de roofvogel echt een valk. Ik had het mis. Daarna rijden we naar mijn huis en doen daar de overdracht. Het is half tien. Met korte pauzes dertien uur onderweg geweest. Het was me het dagje wel. | |
| 21-11-25 14:03:37 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
23: ‘t Lukt niet altijd 23.1: Ontvleugelde meeuw Ik ben nét thuis van de overdracht, het is even voor achten ‘s avonds, komt er een melding door. Centrale is wat onzeker over wat het beste is. Het betreft een meeuw die vermoedelijk is aangereden op de grote provinciale weg. Op die weg mogen wij normaal gesproken niet komen tenzij onder begeleiding van de correcte instanties: Rijkswaterstaat of politie. Dit in verband met de persoonlijke veiligheid. De melder echter is gestopt op een vluchthaven en doorgereden naar de eerstvolgende parkeergelegenheid annex pompstation. Vandaar doet ze de melding. Dat pompstation en die vluchthaven vallen binnen ons gebied. Ze belt echter naar andere organisaties die niets voor haar kunnen betekenen. Op de melder komt het over als ambtelijke taferelen. Een beetje zijn het dat ook wel. Uiteindelijk komt ze toch bij ons terecht. Melder biedt aan de centrale aan om met de meeuw in mijn richting te rijden. Dat verhaal krijg ik binnen als melding. Ik bel met de melder om nadere afspraken te maken. Met wat geheenenweer spreken we af bij een pompstation in de grote stad aan de uitvalsweg naar de meest aangewezen opvang. Voor mij is dat het makkelijkst en voor haar is dat toch in de richting waar ze heen moet. Bovendien kent ze de plek, bij de naastgelegen garage heeft ze de auto in onderhoud. Als ik daar kom aanrijden is melder al aanwezig. We stappen uit en maken kennis. Ze heeft de meeuw gewikkeld in haar werkkleding in een doos op de bijrijdersstoel. Als ik de meeuw uit de kleding haal is deze aardig levendig, al kan ik zien dat de rechtervleugel er vreemd bijhangt. Meer word ik niet gewaar. Daarvoor is de vogel te beweeglijk en het licht te slecht. Ik doe de vogel in een transportbox en praat nog even na met melder. Ze bied aan om ook vrijwilliger te worden. Daarvoor moet ze echter, gezien haar woonplaats, bij een andere organisatie zijn. Dan nemen we afscheid en ik rijd naar de opvang. Dat is niet ver. Bij de opvang bekijkt de beheerder de vogel wat beter en constateert een open breuk onder de vleugel. In de oksel, zeg maar. Daar is niets aan te doen, dat wordt euthanasie. De opvang kan daarvoor niet zorgen, ze hebben daar geen licentie voor. Ik bel met mijn baas om te horen bij wie ik het wel kan laten doen. Dat kan bij een dierenarts in een dorp wat verderop. De dierenarts opgezocht op haar huisadres. Ze gaat veel op huisbezoek en heeft een complete apotheek in haar busje. De meeuw krijgt het verlossende spuitje en ik kan weer terug. Ondertussen is de batterij van de elektrieke bus weer eens aan het eind van zijn Latijn. Veel om is het niet dus rijd ik via asiel. Daar om de hoek is een snellaadstation. Twintig minuten aan de prik en ik kan door naar huis. | |
| 22-11-25 13:52:25 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
23.2: Aangereden kat Vroeg in de middag weer een melding. Ditmaal een gewonde kat, vermoedelijk aangereden. Het dier ligt in de struikjes te mauwen. Het is in een dorp in de andere regio, voor mij drie kwartier rijden. Centrale, die ongeveer weet hoe ver het is, had tegen de melder gezegd dat het wel een uur kon duren. Toen ik op Domdommetje keek werd dat drie kwartier. Dat praaide ik door aan de melder. De aanrijdtijd van Domdom klopte, zoals meestal. Ik rijd een klein hofje binnen met op de binnenplaats genummerde plekken. Ik zet de bus neer op een lege plaats, als de eigenaar achter me aan komt met een eind hout in de knuisten dan moet dat maar. Als ik uitstap komt een man op me toe: “Hier ligt ‘ie. In een hoek bij een kliko ligt onder de struikjes een kat, een man en twee vrouwen van verschillende leeftijden zijn aanwezig. De man doet het woord. Hij verteld dat zijn schoonvader wat afval wilde weggooien en zo de kat vond. Dier had een riempje om met een penning waarop een telefoonnummer. Nummer gebeld, eigenaar aan de lijn die vertelde dat hij niet eerder dan zeven uur ‘s avonds aanwezig kon zijn. Eigenaar vroeg om dan toch maar de dierenambulance te bellen. Ik bel wederom de eigenaar. Heel gesprek, met als resultaat dat ik het dier bij voorkeur naar zijn eigen dierenarts zou brengen. Indien niet mogelijk, het is zondag, naar de dierenarts van dienst. Inmiddels waren centrale en leidster van het asiel ook al ingelicht. Dit op mijn verzoek. Uit het verhaal had ik begrepen dat het wel eens een dwarslaesie zou kunnen zijn en dan wordt euthanasie een mogelijke optie. Op dat moment wist ik niet dat de eigenaar al bekend was. Natuurlijk is zo’n beslissing aan de eigenaar. Maar ik heb liefst alle mogelijke opties beschikbaar voor ik ter plaatse ben. Als je ter plekke allerhande telefoontjes moet gaan plegen is niet prettig. Voor niemand. Terwijl ik aan het bellen ben, met de telefoon op luidspreker zodat de omstanders mee kunnen luisteren, zoekt één van de aanwezige dames alvast de vaste dierenarts van de eigenaar. Op het moment dat ik het gesprek met de eigenaar heeft zij al het telefoonnummer van die dierenarts. Die verwijst naar de dienstdoende dierenarts. Door het systeem wordt ik direct doorverbonden en krijg de dienstdoende aan de lijn. Die vraagt wat ter zake doende dingen en zegt dat ik kan doorkomen. Het is een grote keten in de grote stad. Ik had de eigenaar al voorbereid op de mogelijke kosten die, als er een gesofistikeerde behandeling plaats moet vinden, aardig in de papieren kunnen lopen. Daarop had de eigenaar gezegd dat hij niet bijzonder vermogend was. Dat kon ik in de oren knopen voor als ik bij de dierenarts ben. Grote ketens staan er om bekend dat ze grote prijzen rekenen. Ze kunnen veel en hebben goede apparatuur, maar daar betaal je dan ook naar. Je kunt maar voorbereid zijn. Ik weet genoeg. Ik leg de kat, lief beest, ondanks de pijn die hij moet hebben, blijft ‘ie rustig, in een ruime bak. Handdoekje eronder en erbovenop, beest had al lang genoeg op de koude grond gelegen. Ik neem afscheid van de verzamelde mensen, zet het bakje met de kat in de bus, zoek de dierenarts van bestemming op in Domdommetje en ga onderweg. Goed twintig minuten later ben ik er. Receptioniste weet direct waarom ik er ben. En een paar minuten later sta ik met de kat bij de dierenarts. Die doet een globaal onderzoek. Waarschijnlijk gebroken bekken, maar om zeker te zijn moeten foto’s gemaakt worden. Dan zeg ik dat daarover eerst contact met de eigenaar gemaakt moet worden. Zo gezegd zo gedaan. Als de beslissing van de eigenaar binnen is zit goed beschouwd mijn taak er op. Ik kan inpakken en naar huis. | |
| 23-11-25 17:46:05 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
23.3: Bebloede duif Laat in de middag, zo tegen een uur of vijf, komt de volgende melding. In tegenstelling tot vorige week is het niet zo druk vandaag. De melding gaat over een gewonde duif, volgens de melder onder het bloed. Gewonde beesten, daar zijn we voor. Ik haal de bus van de laadpaal, die stond vanaf de laatste melding geduldig op te laden, en rijd richting stad. Tegenover het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij. ‘t Is wel krap, maar het gaat. Voor ik aanbel gaat de deur al open. Het is een ouder echtpaar. Mijnheer staat te koken en mevrouw neemt de honneurs waar. De duif is opgevangen in een plastic doos met een flink gewicht erbovenop. Mevrouw was bang voor een uitbraak, vertelt ze. Ik doe voorzichtig de doos open, en inderdaad, er in zit een fladderende duif. Flink bloedend aan een vleugel en een wat kleinere wond aan de borst. Vanwege de borst maak ik de opmerking dat ‘ie wel eens tegen een draad aangekomen had kunnen zijn. Maar mevrouw verklaart, bijgestaan door de kokkerellende echtgenoot, dat hij met een gigantische knal tegen het venster gevlogen was. Ik bekijk het dier vluchtig, ik heb tenslotte ternauwernood verstand van die beesten en doe het dat in de transportbox. Ik bedank mevrouw voor de melding en zij betuigt haar steun aan het goede werk dat wij verrichten. Daarmee ga ik terug naar de bus. Daar aangekomen bel ik de opvang. Geen gehoor. Dan maar een appje. Naar de opvang is het drie keer struikelen en ik ben er binnen vijf minuten. Net als ik bezig ben om de duif in één van de vrije hokken te plaatsen komt het antwoord binnen. “Zet maar in hok ‘A’”. Precies het hok waar ik een tel eerder de duif in gezet had. Vanaf de opvang bel ik naar mijn aflosser. Het is vrijwel precies de tijd dat de aflossing gepland staat. Samen rijden we naar mijn huis en daar doen we de overdracht. | |
| 24-11-25 12:50:17 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
23.4: Himpelmans Kort na de middag gaat de telefoon. Het is inmiddels alweer een week verder. De melding betreft een kat met een gebroken poot. Behalve naam, adres en telefoonnummer geen verdere informatie, maar dat zien we wel als weer zijn. Ik breek mijn drukke werkzaamheden af, bel de bijrijder dat ik er aan zit te komen en stap in de bus. Gisteravond heeft die drie uur aan de lader gestaan, dus als ‘ie nou niet vol is… Ik heb bij het wegrijden alweer dikke ruzie met het beeldschermpje. In plaats van de gebruikelijke kaart krijg ik het auto-management. Tot ik na een ruim aantal vieze woorden op een bepaald icoontje klik. Dan komt het gebruikelijke scherm weer tevoorschijn. Of het aan dat icoontje gelegen heeft of aan die vieze woorden, dat weet ik nu nog niet. Ik haal zonder verder kuren de bijrijder van huis. Zij belt naar de melder, maar die neemt niet op. Dan maar zo, tenslotte zijn we besteld. Het adres is weer eens in de andere regio, veertig minuten rijden. Op tien minuten afstand gaat de telefoon. Het is de melder die terugbelt. Bijrijder praait door dat we er met tien minuten zijn. Het straatje waar we moeten zijn, zijn de parkeerplekje met een lantaarntje te zoeken. Dan maar half op de stoep, het is maar voor effies. Gelijk als we de bus neerzetten komen de buurvrouw en de melder naar buiten. Buurvrouw heeft andere besognes, stapt op haar fiets en rijdt weg. We maken kennis met de melder. Kat zit binnen, melder heeft het dier in de tuin gevonden. Als we de woonkamer binnenkomen zit daar een stevige grijze kat. Linker voorpootje hangt er slap bij. Het dier is duidelijk mensen gewend en laat zich aanhalen. Oppakken is echter niet gewenst. Het beest vlucht achter een grote krabpaal. Krabpaal en nog wat ander spul aan de kant en bijrijder grijpt het beest in de kladden. Het dier vindt het niet leuk maar verweert zich ook niet. Het dier heeft een halsbandje om met een penning. Op de penning twee telefoonnummers. De eerste van de twee geeft geen antwoord dus spreek ik een bericht in op de voicemail. Net als ik de tweede probeer te bellen, belt de eerst terug. Het is de eigenaar. Melder en eigenaar hebben zowat aangrenzende achtertuinen en eigenaar komt met de meeste spoed om haar kat op te halen. Als eigenaar gearriveerd is wordt het hele verhaal duidelijk. Kat heeft een ongeval gehad en heeft daarbij de poot lelijk gebroken. Het dier is nog steeds onder behandeling bij de dierenarts in de hoop dat er nog verbetering optreedt. Daarmee is voor ons de de melding in principe afgelopen. Melder had dat zelf ook kunnen doen, maar ja, die had in de gauwigheid die penning niet gezien. Als we, eigenaar met echtgenoot en bijrijder en ik weer buiten staan vraagt eigenaar of er nog kosten zijn. Ik zeg dat ik eigenlijk €33 moet rekenen. Te betalen met kas, pin of via een donatie. Eigenaar heeft in de consternatie natuurlijk pinpas en geld thuis laten liggen en kiest voor donatie. Ik vertel waarheen in de hoop dat het daarmee goed zal komen. Gezien het optreden van de eigenaar heb ik daar eerlijk gezegd best wel vertrouwen in. Bijrijder en ik stappen in de bus en gaan op huis aan. | |
| 25-11-25 12:02:01 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
23.5: Adellijk Als ik Domdommetje wil instellen om de wijk uit te komen zegt dat beest “doe het zelf maar”. In principe dezelfde situatie als hiervoor. Alleen de toen gevonden oplossing werkt niet. Bijrijder pakt haar mobieltje erbij, laad ‘Maps en gidst me door de stad. Ondertussen proberen we van alles om dat @#$%^&* apparaat weer aan de praat te krijgen, terwijl ik ook nog eens aan het rijden ben. Opeens zie ik dat de draadloze verbinding met de telefoon niet ingeschakeld is. “Probeer dat eens” zeg ik tegen de bijrijder. En wonder boven wonder, tien tellen later werkt het beestje als vanouds. Ik vermoed dat het systeem van de auto niet zelf ‘Maps heeft, maar gebruik maakt van de software op de verbonden mobiele telefoon. Je moet er maar opkomen. Onderweg naar huis rijden we via de grote stad. Als we daar bijna zijn gaat de telefoon. Centrale. Er is een dode kat gevonden op een onverstaanbare dijk. Vragen “wat zeg je” en dan horen we een verbasterde straatnaam op het industrieterrein van de stad. Ik vraag of het in de stad is en het antwoord is bevestigend. De straatnaam klopt niet maar lijkt mij voldoende op een mij bekende dijk in de stad. Zullen we daar eerst maar naar toe gaan. Voeren in in het navigatiesysteem en die vindt alleen maar het industrieterrein met dezelfde naam. Mooi, fijn, altijd prettig als de boel correct functioneert. Eerst maar eens die kant oprijden en dan zien we wel. Domdommetje levert ons af op een dwarsweg van de dijk die we moeten hebben. Nu nog het huisnummer zoeken. Het telefoonnummer van de melder hebben we inmiddels ook. Melder heeft de kat dood in de berm gevonden en in een kratje mee naar huis genomen. Ik rijd eerst de verkeerde kant op maar als we dat door hebben keer ik en zoeken het juiste nummer. Dat blijkt een woonhuis tussen diverse bedrijven te zijn. Als we de oprit opdraaien komt mevrouw al naar buiten. Ze spreekt goed Nederlands met een duidelijk buitenlands accent. De kat ligt in een kistje naast het hek. Mevrouw vertelt dat het dier al een dag in de berm heeft gelegen en ze het daarna in de krat heeft gedaan. Eerst in de buurt en op internet gezocht of iemand een kat kwijt was, en toen maar dierenambulance gebeld. Het dier begint dan ook al wat adellijk te ruiken. Ik til het dier half op om de nek met de chiplezer te kunnen bereiken en heb gelijk de hand onder het bloed. Geen chip aan boord, dus gaan we er van uit dat het een zwervertje is. Gewone kat, cypers en volwassen. Bijrijder maakt een foto van het dier, van de “goede” kant. Dan nemen we afscheid van mevrouw en rijden naar het asiel. Daar doen we het dier met het bijbehorende formulier in de vriezer. Dit keer is er in ieder geval voldoende ruimte. Ik breng de bijrijder naar huis, en als ik de bus op de lader wil aansluiten zie ik dat zij haar telefoon heeft laten liggen. Opbellen werkt niet, uiteraard, dan maar direct terug naar de bijrijder. Ver is dat niet. Bijrijder is niet thuis. Telefoontje in de postbox en een briefje op de deur met een verklaring. Ik rijd terug en kom een paar honderd meter een wit autootje tegen. Autootje stopt. Bijrijder zit daarin. Ze had haar telefoon direct gemist en was als de donder achter me aangereden. Maar omdat ik naar de lader reed en zij naar mijn huis hebben we mekaar gemist. Hoe dan ook telefoontje is weer terug bij de eigenaar. | |
| 26-11-25 17:26:17 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24: Zevenklapper Vuurwerk 24.1: Lange rit, klein vogeltje Net een lange rit achter de rug, onze nieuwe bus was afgeleverd met wat fouten en omissies die gecorrigeerd moesten worden. Belangrijkste daarvan was de belettering waar een oud telefoonnummer vermeld stond en een elektrische aansluiting voor de couveuse. Daarvoor moest de bus naar twee adresjes die we van Dierenlot hadden opgekregen. Als we terug zijn, ik reed als chauffeur en de wagenparkbeheerder was bijrijder, zet ik bijrijder af bij zijn huis. Busje maar even aan de snellader hangen, de batterij was alweer flink leeg ook al hadden we tussendoor ook nog geladen. Tijdens het laden drink ik een bak koffie. Tijdens de koffie gaat de telefoon. Centrale. In de binnenstad was een niet-vliegend vogeltje aangetroffen. Mevrouw zou er bij blijven. Ik riposteer dat ik net de bus aan de prik heb en in de tussentijd, normaal aan de snellader duurt een half uurtje voor een volle bak, aan de koffie zit. Centrale begrijpt de noodzaak van een volle batterij en belt de melder dat het een beetje langer kan duren. Melder wikkelt vogeltje daarop in een jas en neemt die mee naar huis, ook in binnenstad. Ik slobber de koffie naar binnen en trek de bus van de lader. Batterij is niet vol maar het kan weer voor even. Ik ga onderweg naar het vogeltje. Vanuit de bus bel ik de melder. Die geeft me het juiste adres door. Voor de deur, aan de gracht, is het enige vrije plekje bij een laadpaal. Grappig, maar wel bruikbaar. Beetje minder voor het overige verkeer. De bus is een slag langer dan voorzien door degene die het plekje heeft uitgemeten. Bovendien heeft een steigerbouwer met zijn busje de halve straat geblokkeerd zodat er, samen met mijn uitstekend kontje, maar nét ruimte overblijft. Ik sluit de bus aan en ga met transportbox naar het huis en bel aan. Mevrouw doet open: “komt u verder”. De vogel zit nu in een kartonnen doos op het aanrecht. Als ik het diertje er uit pak fladdert ‘ie als een wilde. Oppervlakkige inspectie: geen onvolkomenheden. Hij lijkt gezond. Dan maar even testen. Met toestemming van mevrouw zet ik het diertje op de binnenplaats op een tafeltje. Beest fladdert omhoog en blundert direct tegen het venster. Dat is niet de bedoeling. Ik pak de beduusde vogel van de grond en doe hem in de transportbox. Toch maar even naar de opvang om te bekomen van de schrik. Ik praat nog even met mevrouw en neem afscheid. Terug in de bus en onderweg naar de opvang gaat de telefoon. Tijdens onze rit naar de reparaties had de andere bus ook onze regio te bedienen. Chauffeur daarvan is totaal onbekend in de stad en gigantisch de weg kwijt geraakt. Ik vraag welke straat ze staat, herprogrammeer Domdommetje en rijd er heen. Bus twee heeft een duif, gewond, die ook naar de opvang moet. Goed, ‘t Is een beetje ingewikkeld maar bus twee kan achter me aanrijden, dan weet zij, hopelijk, voor de volgende keer waar ze wezen moet. Beesten afleveren, volgens de collega van bus twee heb ik een lijster in de vingers, en een berichtje naar de beheerder van de opvang. Dan de collega instructies geven hoe zij van de opvang weer in haar regio kan komen, via het buitengebied is dat niet zo moeilijk, dan de administratie en dan naar huis. Busje weer aan de lader en klaar. | |
| 27-11-25 11:30:28 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24.2: Stijgproblemen Net als ik aan het contempleren ben over een mok koffie gaat de telefoon. In de stad is een duif komen aanwaaien die problemen heeft met vliegen. Een duif met hoogtevrees, zo stelt de centrale het. Dan zullen we maar eens gaan kijken. Het begint natuurlijk met ruzie met het navigatiesysteem. Die wil me naar een stadje hebben zo’n 20 kilometer verderop. Ik controleer in ‘Maps en zie dat er echt wel een straatje is met de juiste naam in de stad. Waarom dat hebbeding me dan naar die andere stad wil hebben? Schiet mij maar lek. Maar als ik met het handje de postcode invoer dan gaat het wel goed. Techniek staat voor niets, zullen we maar zeggen. Volgens de centrale zat het beest al drie dagen bij de melder in huis en was al ettelijke malen de lucht in gezwiept en telkens met een hoop gefladder te land gekomen. Dat we niet eerder langs zijn geweest heeft misschien te maken met de reparaties van eergisteren. Als één van de twee bussen er uit ligt dan heeft dat natuurlijk repercussies. Bovendien zitten we met een gruwelijk tekort aan zowel centralisten als chauffeurs. In ieder geval, melder zit al drie dagen met een niet vliegende duif en ik mag er heen om het beest alsnog op te halen. Het adres is in een doodlopend staatje in een oude arbeiderswijk. Mijnheer doet het verhaal. Hij zag het beest op de parkeerplaats en kon hem zo oppakken. Op advies van de centrale eerst laten bekomen. Meest gebruikelijke situatie is dat ‘ie een tik van een auto heeft gehad of tegen een ruit is gevlogen. Na een tijdje geprobeerd te laten vliegen. Dat lukte niet. Weer in een doos gedaan en de andere dag weer geprobeerd. Ging niet. Beest zag er verder normaal uit dus dan maar van een hoogte. Beest wil wel vliegen maar kan niet omhoog komen en stort al proberend ter aarde. Dat hoort niet. Ik hoor het verhaal aan en probeer het zelf. En inderdaad beest maakt een vrij onzachte buiklanding. Ook ik zie geen gekke dingen. Mevrouw, ook aanwezig oppert dat het mogelijk aan de staart ligt. Zou kunnen, de staart kan net als bij een vliegtuig als hoogteroer dienen. Dat ligt buiten mijn expertise, dan maar naar de opvang. Ik bedank het echtpaar voor de goede zorgen. Terug in de bus bel ik de opvang. Ik kan het dier in de zelfde kooi plaatsen als de duif die gisteren door de andere bus is aangeleverd (24.1: Lange rit, klein vogeltje). Dan heeft ‘ie nog een beetje aanspraak. | |
| 28-11-25 17:56:47 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24.3: Gezwellen Tijdje later weer een melding. Alweer een duif. Dit keer met een duidelijke verwonding aan de vleugel en bulten aan de snavel. Goed, we zullen wel zien. Daarmee ga ik onderweg. Dit keer in een nieuwere wijk. Tegenover het huis kan ik de bus kwijt. Ik stap uit en ga met transportbak naar de voordeur. Tegelijk komt mijnheer de voordeur uit en wijst me naar de garage waar de duif zit. Ook mevrouw is hier aanwezig. Samen een al wat ouder echtpaar. Ik bekijk het dier. De wond onder vleugel zit er inderdaad en ook zitten er duidelijk gezwellen naast de snavel en over de schedel. Ik vermoed kankergezwellen, maar mevrouw denkt eerder aan een virusinfectie. Inderdaad kunnen virussen dergelijke gezwellen doen ontstaan. Mevrouw verklaart dit te weten door haar medische achtergrond. Ze heeft als arts gewerkt. Maar de situatie is voor een eenvoudig chauffeur dierenambulance duidelijk. Naar de opvang ermee. Dan kunnen ze daar verder kijken of er nog wat mee te doen is. Ik neem afscheid en terug in de bus bel ik de opvang. “Zet maar in een doos op het aanrecht. Dan zal ik er zo wel naar kijken” is het antwoord. Bij de opvang zoek ik een geschikte doos. Op de koelkast staan er een stuk of wat. Makkelijk. Duif er in, begeleidend formulier erbovenop met een gewichtje zodat ‘ie niet wegwaait en ook dat is weer klaar. | |
| 29-11-25 13:22:31 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24.4: Zeven kittens in één klap De volgende dag gaat de telefoon zelfs vóór de koffie. Het gaat over een nest met zeven kittens waar de moeder al 24 uur niet meer gezien is. De kittens zouden 2 weken oud zijn. Tegenover de centrale uit ik mijn twijfels. Twee weken oud en 24 uur geen moeder gehad voor de voeding? Dan zijn het geen kittens meer. “Toch maar even gaan kijken” zegt de centrale. Ik spring dan ook in de bus. Batterij is nagenoeg vol, die heeft afgelopen nacht lekker lopen laden. Die kan weer even vooruit. Het is voor mij aan de andere kant van de grote stad, zeg drie kwartier rijden. Vanaf de provinciale weg steeds kleinere weggetjes en maar hopen dat je niemand tegenkomt. Uiteindelijk op een kruispunt rechts en dan de eerst boerderij links. Even het huisnummer controleren, dat klopt. Ik ben ter plekke. Ik stap uit en vanuit de schuur komen een wat oudere vrouw en een jonge man op me toe. De jonge man blijk later de zoon van mevrouw. Ik neem gelijk een weegschaal mee. Belangrijk bij dergelijke jonge beestjes is te weten hoe oud ze echt zijn. Vuistregel daarbij is dat jonge kittens ca honderd gram per week doen. Tweehonderd gram is twee weken, driehonderd gram drie weken, enzovoorts. Die regel is niet volledig, maar als vuistregel voldoet het. De hofhond is vanwege mijn komst en de kittens zolang opgesloten. Een tweede loopt wel in de rondte, die doet geen vlieg kwaad. Altijd leuk om met een vlieg vergeleken te worden. De kittens zitten in een afgeschermd gedeelte in de schuur, een kantoortje annex rommelhok. Ze zitten samen met een volwassen kat in een ruime box met een plexiglas deur. Deurtje open en de volwassen kat, die het blijkbaar niet erg vertrouwd, vlucht weg. De zeven kittens krioelen en piepen zoals het fatsoenlijke kittens betaamt. Gekke situatie. Vierentwintig uur geen voeding en er dan prima uit zien? Ik weeg er een aantal. Allemaal tussen de twee- en driehonderd gram. Normaal gewicht voor de leeftijd. Moeder en zoon vertellen dat een aanlopertje was aangekomen en plotseling een dikke buik had. Tja, dat wil wel eens. Te gerechter tijd was die dikke buik plots verdwenen en was het gezin zeven kittens rijker.. Maar twee weken later kwam mama plotseling niet opdagen. Dat werd de reden om de dierenambulance te waarschuwen. Zorg voor zeven stuks twee weken oude kittens is geen sinecure. Voor mij is dit een moeilijke. De kittens zien er prima uit en zijn mooi op gewicht. Ik kan me niet voorstellen dat ze al 24 uur zonder voeding gezeten hebben. Of moeders is ongezien nog een paar keer terug geweest of een pleegmoeder heeft het overgenomen. Melders zijn te goeder trouw en serieus. Dan maar advies vragen. Dat advies luidt om de zeven toch maar naar het asiel te brengen. Komt moeders toch nog opdagen dan kunnen ze worden teruggebracht. Anders wordt met gezwinde spoed een gastgezin gezocht. Daarmee ben ik er van af, al zit me het toch niet echt lekker. Ik prop de zeven kittens in de couveuse. Het is maar een kleintje maar die beestjes wriemelen toch op en over elkaar ook al zouden ze de ruimte hebben. Ik neem afscheid en vertrek richting asiel. Daar heeft de dienstdoende dierverzorger al een wat grotere couveuse in gereedheid gebracht. Beestjes overgebracht onder het oh en ah van diverse vrijwilligers die nieuwsgierig een kijkje komen nemen. | |
| 01-12-25 18:57:30 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24.5: Koukleum Ik ben net een goed half uur thuis als de telefoon weer gaat. Een zieke kat dit keer op drie kwartier rijden. Ik krijg een deel van het verhaal van de centrale en de rest van de melder als ik opbel om te vertellen dat ik er aan zit te komen. Bij de mensen zat een jonge kat voor de deur te mauwen. Wat te eten en te drinken gegeven en klaar. Tijdje later zit hetzelfde beest er weer. Dit keer komt ‘ie binnen en dondert vervolgens om. Daar schrokken de melders een beetje van. In een doos op een warm plekje neergelegd en weer wat te drinken gegeven. Dit was in het kort het verhaal wat ik te horen krijg. Tussen de regels merk ik dat het echt niet goed met het beest gaat en krijg de indruk dat in ieder geval hypothermie een rol kan spelen. In mijn vorig leven heb ik uitgebreid les gehad hierin in verband met drenkelingen. Ik geef de mensen dan ook advies om het dier niet te warm neer te leggen en goed af te dekken met (hand)doeken. Als je een hypothermie patiënt hebt moet die van binnenuit opwarmen. Doe je dat van buitenaf dan bestaat het risico van relatieve shock: de extremiteiten, ledematen, warmen het eerst op, de vaten zetten uit, waardoor inwendig een tekort aan rondstromend bloed kan ontstaan. Dat is de fysieke definitie van shock. De patiënt kan daardoor overlijden. Ik sein vanuit de bus tijdens het rijden de centrale in: kijk alvast welke dierenarts vandaag, het is weekend, dienst heeft. Centrale belt eerst de leidster van het asiel en die beslist dat het dier indien nodig allereerst naar het asiel moet ter beoordeling. In het verleden is het wel eens voorgekomen dat het asiel op hoge kosten kwam in een min of meer vergelijkbaar geval (boek 3: “Hoge nood” Hoofdstuk 30.1 “Krabben en bijten”). Op het adres aangekomen wordt ik binnengelaten. De kat in kwestie ligt in de woonkamer in een doos, zorgvuldig toegedekt, met uitgestrekte poten op haar zij, af en toe mauwend van ellende. Vreemd. Meestal ligt een kat op de buik. Ik til het dier op en laat het op de poten staan. Ze valt weer om op haar zij, net wat de melders ook al verteld hadden. Omdat ik het direct al niet vertrouwde had ik de stethoscoop meegenomen. Luisteren. Idioot lage hartslag, tegen de zestig, één per seconde. Jonge katten hebben als ze gezond zijn een frequentie van 160 tot 220 bpm (beats per minute) (bron Belcat.be). Ook voelt het dier koud aan. Hypothermie. Maar of dat het enige is? Ik heb mijn twijfels. De mensen vertelt wat er volgens mij aan de hand is en dat ik het dier naar het asiel zal brengen. Daar wordt dan beslist of meer specialistische zorg vereist is. Mensen vragen of ze nog het resultaat zullen horen. Het hoort niet bij de procedure, maar ze kunnen altijd het asiel bellen als ze nadere informatie hebben willen. De familie, man, vrouw en een dochter van een jaar of acht, staat te knikken. Als ik met de kat naar de bus loop komen ze mee. Meisje wil de bus wel eens zien. Dat kan. Ik doe het dier in de couveuse en geef uitleg over wat we allemaal aan boord hebben. Dan neem ik afscheid en vertrek richting asiel. Daar aangekomen ga ik met couveuse en al naar binnen. Samen met de dierverzorger in de praktijkruimte van de dierenarts. Bleek tandvlees, slechte reacties. Temperatuur niet eens meetbaar. Een typische digitale thermometer heeft een bereik van 32° tot 43°C. Beneden 32° rectaal is zware onderkoeling, levensbedreigend. Bij mensen ligt de grens in de buurt van de 35°. Bij katten zal dat iets hoger liggen. Conclusie: direct naar de dierenarts. De dienstdoende is onze vaste dierenarts op nog geen 2 kilometer van het asiel. In verband met besmetting met kattenziekte moet ik buiten wachten. De arts behandelt dan in de bus. Bij de dierenarts zet ik de bus op de parkeerplaats. Kat alvast uit de bak op een deken. Ik waarschuw de receptioniste en een paar tellen later komt de arts naar buiten. Ook zij onderzoekt het dier en twijfelt. Het dier is duidelijk doodziek en zwaar onderkoeld. Dat hij/zij het zo lang heeft uitgehouden pleit ervoor dat het een sterk beest is. Maar ja, een zwerver en of ‘ie het haalt is maar zeer de vraag. Toch maar een spuitje. De arts had daar al rekening mee gehouden en had het middel al in de jaszak. We wachten even of het dier daadwerkelijk dood is. Dan doe ik het in een mandje en behandel het verder als een overleden kat zonder eigenaar. Wat uiteindelijk ook het geval is. | |
| 02-12-25 09:13:47 - Quote! - @allone | allone Oudgediende WMRindex: 53.969 OTindex: 96.708 |
Ach. Deze heeft dus pech gehad. Bij mijn vriendin kwam een jong katje (2-3 weken) aanlopen en die heeft ze meteen geadopteerd. Is nu gezond en sterk. Blijkbaar wilde deze familie in jouw verhaal dat niet, anders was het misschien anders afgelopen?! | |
| 02-12-25 09:18:20 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
Quote @allone: Beest was overduidelijk véél te ziek. Die moest echt naar een dierenarts.Blijkbaar wilde deze familie in jouw verhaal dat niet, anders was het misschien anders afgelopen?! | |
| 02-12-25 09:19:12 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
24.6: Verplaatsing Tijdens de vorige melding had ik al de volgende opdracht te pakken. Asielrit, in opdracht van het asiel, van het asiel naar een adres in de stad met drie jonge kittens. Dat adres is van een gastgezin, die de kittens zal gaan verzorgen tot ze oud genoeg zijn om geadopteerd te worden. De drie kittens zijn een onderdeel van het clubje van zeven dat ik eerder, vanochtend, heb binnengebracht. De kittens zijn verdeeld over verschillende gastgezinnen. Dit clubje moet gebracht worden omdat de jonge vrouw die het gastgezin vormt tijdelijk niet kan rijden. Deze drie hebben het grootste gewicht. Dit is zo beslist omdat het beoogde gastgezin de minste ervaring heeft. Als gastgezin, ik ben zelf ook gastgezin, krijg je vanuit het asiel alle mogelijke ondersteuning, maar je moet ook veel zelf doen. In dit geval moeten ze frequent, in de orde van elke twee uur, voeding hebben, bestaande uit speciale kittenmelk. Ik krijg van het asiel een hele zak met spullen, poedermelk, speentjes, flesjes tot en met speeltjes en kussentjes mee. Alles voor die drie. Katjes mee in een transportkooi en op naar het gastgezin. Het adres is aan de rand van de binnenstad, in een gebouw dat is omgebouwd tot appartementen. Gloednieuw. Ik zet de bus neer op een open plekje en begin te zoeken naar het juiste huisnummer. Dan wordt er op een ruit geklopt. Raampje open, of ik de kittens kom brengen. Inderdaad. “Loop maar om, ik kom zo”. Het blijkt dat het gebouw in kwestie een binnenplaats heeft met nog meer parkeerruimte en dat daar ook de entree is. Als ik dat gevonden heb gaat de deur open en de jonge vrouw die het gastgezin is komt naar buiten. Ik breng de spullen en de kittens naar binnen. Daar praten we even over onze wederzijdse ervaringen als gastgezin. Ze is het al langer, maar omdat ze tijdelijk uit de running is heeft ze nu de gelegenheid om voor dergelijke jonkies te zorgen. Dan neem ik afscheid en ga terug naar huis. Voor de rest van de dag geen meldingen meer gehad. | |
| 03-12-25 17:08:24 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
25: In het hooi Boek van Hannah Biemold 25.1: Vastgezet De eerste melding van de dag gaat over een kitten, leeftijd onbekend, die bij een garagebedrijf in een dijkdorpje vastzat in een stelling. Administratief gezien een vreemde situatie. Ik krijg van de centrale een adres door, inclusief postcode, in de stad. De stad die tot onze regio behoort. Het adres klopt niet. In de stad is er geen enkel adres dat voldoet. Het adres bestaat wel, maar alleen in het dijkdorp dat niet tot onze regio behoort. Dat valt in de regio van onze conculega’s. De fout is wel verklaarbaar. Het dorp, een lintdorp, heeft dezelfde naam als de weg die er doorheen loopt. En een deel van die weg behoort wél tot onze regio. Centrale heeft dus abusievelijk de naam gepositioneerd in de gemeente van de stad. De baas van het gelijknamige garagebedrijf is de melder en die zit natuurlijk te wachten op de dierenambulance. Ik kan me dan formeel opstellen en de oproep weigeren, maar daar zijn noch de melder, noch het katje mee gebaat. In plaats daarvan ga ik er maar heen. Voor mij is het nog korter rijden ook. Ondanks de foute plaatsnaam is het makkelijk te vinden. Het terrein van het bedrijf staat vol met auto’s, maar er is toch nog een half plekje vrij. Ik blokkeer daarmee wel een deel van de uitrit, maar dat moet maar even. Bakje mee voor het kitten en ik stuiter naar binnen. Op zaterdag is het bedrijf in vol bedrijf. Ik negeer de bevreemde blikken en loop door naar het kantoortje. Als ik binnenkom mag ik gelijk doorlopen naar de kantine. Daar zitten een man of drie en een hondje. Het kitten zit in een doos ter bescherming tegen de hond. Schoteltje melk erbij. Eigenlijk niet zo best voor een kitten, koemelk, maar de mensen doen ook hun best en dan wil je ze niet gelijk afkatten. Het beestje zal het wel overleven, het ziet er prima uit. Ik vraag nog naar de rest van het nest en naar de moeder, maar daar hebben de aanwezigen geen weet van. Maar ze zouden het in de gaten houden. Gezien de mentaliteit die ze ten toon spreiden en de moeite die ze voor het kitten hebben gedaan heb ik daar best wel vertrouwen in. Dan neem ik afscheid. Met kitten in de bak rijd ik naar asiel. Aanmelden bij de receptie. Ik moet even wachten en praat ondertussen met één van de twee receptionistes. Die hoort het beestje mauwen, met de longen is het in ieder geval in orde, en komt kijken. “Oh, wat een schatje”. Kittens hebben er een handje van om vertederend over te komen. Dan komt de dierverzorger en neemt de schreeuwlelijk mee. Ik kan weer naar huis. | |
| 04-12-25 14:20:37 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
25.2: Vier stuks dit keer Net even na de middag komt de volgende melding door. In een dorp, gehucht, voor mij aan de overkant van de rivier is een kat aangereden. Dier leeft nog maar is er volgens de melder niet best aan toe. Beest is moederpoes met vier jonge kittens. Dat is natuurlijk een rotte situatie. Eerst maar eens kijken. Ik spring in de bus en rijd herwaarts. Gelukkig had ik direct na de vorige melding de bus aan de prik gehangen. Batterij is al bijna weer vol. Een goed half uur later ben ik ter plaatse. Via de telefoon had ik van de melder te horen gekregen dat ik de oprit moest oprijden en dan stoppen bij de witte deur van de schuur. Dat klopte als een bus. Het geheel is een complex van meerdere boerderijen en schuren, maar als ik de oprit indraai zie ik vijftig meter verderop al een schuur met een witte deur. Gevonden. Als ik uitstap en een grote bak pak komt de melder al naar buiten. Een man vroeg in de middelbare leeftijd. Ik neem de grote bak. Als het dier inderdaad zwaar gewond is kan zij maar beter een beetje ruimte hebben. Tenslotte moeten de kittens ook nog mee. Die kun je maar beter niet van de moeder scheiden. Voor zowel moeder als kittens levert scheiden alleen maar stress op. Mijnheer gaat me voor de schuur in. Een aluminium ladder staat gesjord naar de hooizolder. Op de hooizolder zitten drie vrouwen van ongeveer dezelfde leeftijd als mijnheer. Ik geef de bak aan naar boven en ga de ladder op. Tussen twee balen hooi ligt de kat in kwestie. Die ziet er inderdaad uit alsof er nog weinig leven in zit. Maar ze beweegt en af en toe mauwt ze iets. De drie vrouwen hebben de kittens in de handen. Ik trek de kat voorzichtig tussen de balen vandaan. Een beschrijving laat ik maar achterwege. Ik overleg met de aanwezigen. De kat was op straat aangereden, chauffeur had waarschijnlijk niet eens wat gemerkt, en was met haar kapotte lichaam de schuur ingekropen en de hooizolder opgeklommen. Een moederinstinct is sterk, erg sterk. Op de zolder was ze gevonden door één van de vrouwen die even bij de kittens kwam kijken. Zo kwam het balletje aan het rollen. Ik leg de kat in de bak, kittens ernaast. Bak weer naar beneden, mijnheer, die beneden was gebleven, neemt hem aan. Dan terug naar de bus. Indachtig melding 24.5: koukleum bel ik naar het asiel: wat te doen: naar het asiel of direct naar de dierenarts. Advies van de receptie: direct naar de dierenarts. Ik vraag welke dierenarts dienst heeft (het is weekend). Ik weet dat in de spreekkamer een lijstje hangt. Receptie gaat kijken en geeft de naam van de dienstdoende dierenarts door. De naam is opgeslagen in het navigatiesysteem. Dat is makkelijk. Ik neem afscheid van de aanwezigen en ga onderweg. Het is een heel andere plaats dan waar ik normaal kom. Onderweg bel ik, handsfree uiteraard, naar de dierenarts om te zeggen wat er aan zit te komen. “Praktijk is gesloten. Bel voor de dienstdoende dierenarts 0900 en nog wat”. !@#$%^&. Ik zet de bus aan de kant en bel dat 0900 nummer en krijg een dierenarts aan de lijn. Toch dezelfde als waar ik onderweg naar toe was. Ik vraag waarom ik een bandje kreeg dat de praktijk gesloten was. Praktijk is gesloten, dierenarts komt van zijn huisadres en maakt voor mij de praktijk open. Twintig minuutjes zou het duren. Dat is voor mij ook ruwweg de aanrijtijd. Ik ga verder, moet in het stadje even kruip-door-sluip-door en kom dan de praktijk voorbij. Eerstvolgende plekje, bij de buren, zet ik de bus neer. Het is weekend, het bedrijf is toch dicht. Als ik bij de voordeur aankom doet de dierenarts open “Ik zag je al voorbijrijden”. Arts gaat me voor naar de spreekkamer. Bak op de tafel en deksel open. Arts kijkt er in en zegt “Die is al dood”, pakt de stethoscoop, luistert even, maar inderdaad, overleden. Arts zegt: “Hiervoor maak ik geen rekening op, zo’n trieste geschiedenis”. Ik bedank uit naam van het asiel en ga terug naar de bus. Daar app ik naar de dienstdoende dierverzorger dat ik er aan zit te komen met vier verweesde kittens. Die springt direct in de bocht en regelt à la minute twee gastgezinnen waar de beestjes twee aan twee terecht kunnen. Probleem daarbij is dat ze nog erg jong zijn en nog elke twee uur flesvoeding nodig hebben. Maar het lukt. Als ik aankom op het asiel, eigenlijk is het al na sluitingstijd, stapt één van de twee gastgezinnen al uit de auto. Moeder en dochter. Samen gaan we naar binnen waar het in rep en roer is. Alleen de schoonmaakploeg was nog aanwezig en was voor deze gelegenheid wat langer gebleven. Schoonmaakploeg had wel de nodige instructies gehad maar was met deze situatie niet ervaren. Volgens het lijstje van de dierverzorger spullen bij elkaar gescharreld, en ik verzorg de overleden moederpoes. Ongechipte boerderijkat. Als ik weer terug ben moeten twee van de kittens nog weggebracht worden. Daar ben ik voor. Ik krijg een plastic zak mee met spullen, melk, speentjes en wat dies meer zij. Ik krijg het adres op en ga met de kittens onderweg. Als ik voor de deur sta komen mevrouw en mijnheer die samen het gastgezin vormen al naar buiten. Even gepraat, kittens en spullen afgeleverd, en ik kan weer naar huis. | |
| 08-12-25 21:47:14 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
25.3: In een plastic tas De volgende dag weer een melding, even na de koffie, mooie tijd. De melding zelf is wat minder mooi. Dat betreft een aangereden kat die dood langs de kant van de weg ligt. Iemand had het dier zien liggen, in een plastic tas gedaan en de dierenambulance gebeld. Minder prettig, maar het hoort erbij. Het is voor mij in de andere regio, in een dorp waar ik wat minder goed bekend ben, maar ik krijg van de centrale een nette positieaanduiding en om het helemaal duidelijk te maken een speld in Google Maps. Het is goed veertig minuten rijden. Als ik aankom is het ondanks de positieaanduiding toch even zoeken. De positie is op een T-kruising, ik moet twee verschillende wegen invoeren. In de klassieke Domdom was dat geen punt, maar in de nieuwe bus gaat dat in twee keer. Rijdt naar de ene weg en voer dan de tweede weg in. Dan rijd je vanzelf naar de betreffende kruising. Vlakbij de kruising is een parkeerhaven waar nog een plekje vrij is. Daar kan ik de bus zonder moeite achteruit inparkeren. Twintig meter van de kruising. Ik loop erheen en inderdaad, onder de lantaarnpaal ligt de tas waarvan sprake was in de beschrijving. In de tas zit een al wat oudere kitten. Zo op het oog 6 à 8 weken. Het dier heeft geen chip, ook niet te verwachten, meestal worden ze op wat latere leeftijd gechipt. Maar je controleert toch voor je-kannie-weten. Voor de rest is het allemaal routine. Formulier invullen, fotootje maken, beide als e-mail naar het asiel sturen en naar de vriezer Alleen is de vriezer op het asiel mudvol. Dan maar op de oude manier uit de tijd voordat we die mooie bakjes hadden. Origineel van het formulier aan de zak hechten met een nietmachientje en de zak tussen de andere katten in frommelen. Dan een appje in de groep gooien dat de vriezer nu écht vol is zodat morgen, als de milieustraat open is, de dieren die daarvoor in aanmerking komen, alles wat ouder is dan 2 weken, verwijderd kunnen worden. Terug naar huis. Voor de rest van de dag geen meldingen meer. Rustige dag gehad. | |
| 09-12-25 12:08:33 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 71.117 OTindex: 28.801 |
25.4: Gemold Weer een week later komt er een bijzondere melding door. Drie jonge mollen waren, levend en wel, door een man die in de tuin bezig was opgespit. Iets dergelijks hadden de betrokken personen nog niet meegemaakt. Centrale had ook geen idee wat daarmee aan te vangen en die belt met de opvang in de grote stad. Die hebben de meeste ervaring en faciliteiten voor de meest vreemdsoortige dieren. Die wisten het ook niet. Maar we konden ze komen brengen, dan zouden ze hun best doen. Daarmee werd ik op weg gestuurd. Het is in de andere regio. We hebben door diverse oorzaken een schromelijk gebrek aan vrijwilligers en daarom doen we het nu vaak met één bus wat we normaal met twee zouden doen. Die ene bus is daarmee duidelijk drukker en moet verder rijden dan normaal. In dit geval is het voor mij drie kwartier kachelen. Het adres blijkt in het buitengebied van het buitengebied en op het laatst wordt ik een zandpad opgestuurd. Interessant. Maar het blijkt te kloppen. Ik had als instructie meegekregen dat ik bij het opgegeven adres zou stoppen en telefoneren. Dan zou iemand naar me toe komen. Ik kom inderdaad bij een zijpad dat met het opgegeven adres is gemerkt. Ik stop de bus en bel op. Een man, de melder, antwoord. “Heel iets doorrijden en dan dat pad inslaan”. Dat doe ik en als ik nog geen tien meter ver ben komt de melder me al tegemoet. Ik stop en stap uit. Melder vertelt me dat ik beter niet verder kan rijden. Achteruit is lastig en keren kan niet. Dus lopen we getweeën, bakje mee voor de beestjes, naar de plaats des onheils. Dat is een soortement moestuin bij een soort van vakantiewoning waar melder en nog iemand aan het werk zijn. Tijdens dat werk waren ze aan het omspitten en groeven op die manier drie jonge mollen op. Melder toont de beestjes. Ze liggen op een papieren servetje te wriemelen. Per stuk ongeveer zo groot als m’n vinger. Nou heb ik een dikke duim, maar m’n vingers hebben een normaal formaat. Heel ielige beestjes. Als ik dat zo zie heb ik een hard hoofd in de overlevingskansen. Zo klein en wriemelig. Maar de afspraak is gemaakt. Het is niet bijzonder ver naar de bewuste opvang, goed tien minuten zoals de bus rijdt. Ik praat nog even met beide heren en zet het bakje met de beestjes in de bus. Op naar de opvang. Klein stukje achteruit, keren en weer terug. Op de opvang is het net lunchtijd maar er is altijd wel volk bezig. Mijn aankomst gaat als een lopend vuurtje door de instelling: de mollen zijn er. Twee jongedames gaan me voor naar de quarantaineschuur. Één van de twee neemt het bakje over en haalt het servetje met de mollen eruit. “Die zijn wel érg klein”. Maar ze bewegen nog. De diertjes worden in een couveuse geplaatst en de jongedames gaan op zoek naar melk en speentjes die klein genoeg zijn voor dit jongvolk. Ik ben klaar met de rit, ga terug naar de bus en verder naar huis. | |