Finse onderzoekers hebben voor het eerst het geluid van noorderlicht geregistreerd. Noordergeluid: ze laten het deze week horen op een congres in Letland.
De Nederlander is al blij als hij het noorderlicht te zien krijgt, maar in Canada en Scandinavië is het net zo algemeen als regen hier. Ook zijn daar nog plaatsen waar geen storend lawaai doordringt en juist daar leeft men in de overtuiging dat het licht een geluid voortbrengt. Een groep van de Aalto-universiteit in Helsinki onder leiding van Unto K. Laine probeert hierover al sinds 2000 zekerheid te krijgen. De groep heeft microfoons opgesteld in het veld en probeert een verband aan te tonen tussen uitschieters in vreemd geluid en uitschieters in noorderlicht. Tot op heden werd het noordergeluid altijd als gesis, gesuis of geknetter omschreven, maar Laine komt nu opeens met ‘clap sounds’. Het zwiepen van een zweep.
Een kruispeiling lokaliseerde de bron van het geluid op 70 meter hoogte. De buitenstaander durft te zweren dat hier de roep van een nachtvogel is geregistreerd, te meer daar de lichtverschijnselen van het noorderlicht ontstaan op zo’n 250 km hoogte, in de ionosfeer. Maar professor Laine zwijgt hierover.
Er zijn meer meldingen van vreemde geluiden in de natuur die nooit een goede verklaring kregen. Zo wacht ook de geheimzinnige mistpoefer nog op nader onderzoek. Met het zingende zand is men al een eind op streek.