In een museum in Dortmund heeft een schoonmaakster een deel van een kunstwerk weggepoetst. Volgens restaurateurs van het Museum Ostwall is het werk van de Duitse kunstenaar Martin Kippenberger (1953-1997) onherstelbaar beschadigd. Het kunstwerk is voor 800.000 euro verzekerd.
Het werk, met de titel Wenn's anfängt durch die Decke zu tropfen (Als het door het plafond begint te druppelen), bestaat uit een manshoge toren van houten platen. Onderaan zit een rubberen bak met een vuilwitte kalkvlek. Die vlek is door de schoonmaakster weggepoetst, omdat ze dacht dat het vuil was.
De schoonmakers in het museum moeten eigenlijk 20 centimeter afstand houden van de kunstwerken.
In Duitsland werden eerder kunstwerken per ongeluk vernietigd door schoonmaakpersoneel. In 1986 werden in Düsseldorf de installaties Fettecke (een hoek van een museumruimte gevuld met vet) en Badewanne (een vuile badkuip) van de kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986) schoongemaakt door overijverige schoonmakers.
De Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen moest toen een schadevergoeding betalen aan de kunstenaar.