Een gezonde man van middelbare leeftijd besloot op een kwade dag zijn tuin te gaan opruimen. Twee weken later was hij dood. Ziek geworden van het afval in zijn tuin. De artsen die hem behandelden beschrijven het geval in het medisch tijdschrift The Lancet. Een week na het opruimen van zijn tuin werd de 47-jarige lasser opgenomen in het ziekenhuis met ademhalingsmoeilijkheden, pijn op de borst en veel vastzittend slijm. Hij had 38 graden koorts en kreeg daarom de standaardbehandeling voor longontsteking. Maar de behandeling hielp niet. Zijn toestand ging snel achteruit. Na het kweken van een monstertje slijm in het laboratorium bleek daar niets van longontsteking, maar wel de uitbundige groei van de schimmel Asperillus Fumigatus. Nadere ondervraging van zijn vrouw wees uit dat hij kort voordat de klachten begonnen de tuin had opgeruimd in een wolk van stof. De sporen van Asperillus-schimmels komen vaak voor in rottend plantenmateriaal. Een acute infectie ermee is zeldzaam. En een dodelijke afloop helemaal. Maar als deze man snel was behandeld met schimmelbestrijdende stoffen had hij misschien nog geleefd.