In een stad waar een parkeerplaats vaak groter is dan een appartement, hebben Hongkongse wetgevers een historische stap gezet: een verbod op appartementen van minder dan acht vierkante meter. De nieuwe regels moeten de wooncrisis verlichten – maar voor honderdduizenden bewoners brengt dit ook nieuwe onzekerheden.
Het lijkt wel de bezemkast uit de Harry Potter-films. Maar in Hongkong is het geen fantasie. Meer dan 220.000 mensen wonen daar in appartementen die door verhuurders in piepkleine kamers zijn opgesplitst.
Sze Lai Shan, vice-directeur van de lokale hulporganisatie Vereniging voor Gemeenschapsorganisatie (SoCO), ziet dagelijks hoe schrijnend de omstandigheden zijn: "Sommigen huren alleen een bedruimte of kleine kamer, soms zonder ramen, of met een toilet dat heel slecht is aangelegd." Haar organisatie komt op voor mensen die in deze toestanden wonen.
Foto
De overheid in Hongkong heeft een nieuwe wet aangenomen om een einde te maken aan dit soort woningen. Appartementen kleiner dan acht vierkante meter, zonder eigen toilet of zonder voorzieningen voor de brandveiligheid, mogen niet langer worden verhuurd. Overtredingen kunnen leiden tot een boete van meer dan dertigduizend euro, drie jaar celstraf en ook een dagelijkse bekeuring als misstanden aanhouden.
Daarmee pakt de overheid een probleem aan dat al decennia heerst. Hongkong behoort al jaren tot een van de duurste steden ter wereld. "Zelfs de middenklasse kan geen huis kopen. De huren zijn hoog. Voor arbeiders met een laag inkomen is fatsoenlijke huisvesting onbetaalbaar", zegt Shan.
Vaak betalen mensen maandelijks zo'n 550 euro voor een woning van minder dan acht vierkante meter. Toch is de vraag of de hervorming voor huurders met een laag inkomen kansen oplevert, of toch juist nieuwe problemen.
Zo'n 33.000 woningen, 30 procent van de bestaande deelappartementen, moeten een grondige renovatie krijgen om aan de nieuwe eisen te voldoen. Veel andere woningen hebben kleinere aanpassingen nodig.
Maar bewoners vrezen dat dit hun positie niet direct verbetert. "De normen zijn verhoogd, maar onze financiën niet", zegt Moon Tang, een moeder van drie, tegen The New York Times. "Waar moeten we heen?", vraagt ze zich af.
"Bewoners maken zich zorgen. De kans is klein dat ze een ander huis kunnen vinden, gezien die huizen sowieso duurder zullen worden", zegt Shan. Ze noemt het daarom cruciaal dat er voldoende en betaalbare alternatieven komen.
De regering belooft overgangsmaatregelen en duizenden nieuwe sociale woningen in de komende jaren. Maar mensen zoals Tang wachten al zes jaar op een sociale huurwoning. "Vroeger verdienden sommige mensen te veel om in aanmerking te komen voor sociale huur. Nu zegt de overheid dat ook deze mensen tijdelijk onderdak krijgen voor twee jaar", zegt Shan. Bovendien krijgen verhuurders de tijd om ondermaatse woningen te renoveren.
Ondanks de nieuwe maatregelen blijft er een opvallende uitzondering in de wet. Het gaat om 'bedruimte appartementen' - in de volksmond 'kooiwoningen' of 'kistwoningen'. Dat is een woning die alleen groot genoeg is voor één stapelbed, omgeven door een metalen kooi.
De overheid zegt dat deze kooiwoningen al onder een andere wet worden gereguleerd. Dat komt door de moeilijke regelgeving, zegt Shan. Het toezicht op 'gewone' woningen en 'bedruimte woningen' is namelijk verdeeld over verschillende instanties en ministeries.
Volgens de huidige regelgeving worden alleen stapelbedden met twee lagen toegestaan (vroeger waren het er drie), moet er minimaal één toilet per acht mensen zijn en moet de brandveiligheid geregeld zijn. Echter is dat verre van voldoende, vindt Shan: "Er zijn geen regels over de grootte van de bedruimte, of er ramen moeten zijn, of hoeveel mensen er in één kamer mogen wonen."
Shan wil dat de kooiwoningen verdwijnen. "Maar mensen hebben geen geld om betere woningen te huren", zegt ze.
Volgens Roland Smid, China-correspondent voor RTL Nieuws, draait de wooncrisis niet alleen om regels, maar ook om macht en geld. "De appartementencomplexen zijn in handen van een paar heel rijke en machtige tycoons. Ze krijgen al jaren kritiek dat ze het maximale proberen te persen uit die blokken - piepkleine flats die eigenlijk niet leefbaar zijn."
Toch is er wel grond om nieuwe huisvesting te ontwikkelen. Hongkong is enorm dichtbevolkt, maar nog altijd bestaat meer dan zeventig procent van de regio uit natuur. Slechts een kleine vier procent van het gebied is door de overheid beschikbaar gesteld om vol te bouwen.
Shan wijst op gevestigde belangen. "In Hongkong loop je tegen veel weerstand aan als je grond wilt ontwikkelen. Projectontwikkelaars hebben veel macht. Zij willen niet dat de huizenprijzen dalen."
Vaak moeten mensen in dezelfde ruimte naar het toilet als waar ze koken.
En terwijl gewone inwoners nauwelijks een kamer kunnen betalen, ligt een groot deel van het land in handen van projectontwikkelaars en golfclubs. "Je hebt bijvoorbeeld heel veel golfbanen in Hongkong, dat zijn er excessief veel", zegt Smid. "Want de rijke Hongkonger wil zichzelf vermaken. Maar die nemen enorm veel ruimte in beslag."
Sinds de massale protesten van 2019 zien de autoriteiten in de Chinese hoofdstad Peking de woningnood als een bron van sociale onrust. Toch staat de woningcrisis los van de protesten, vertelt Roland Smid. "Zowel pro-Peking-groepen als mensen die een meer democratische stad willen, zijn het hierover grotendeels eens: zo kan het niet verder." Het is kortom een probleem dat de politieke scheidslijnen overstijgt.
De woningnood wordt versterkt door migratie vanuit het Chinese vasteland. "In de laatste dertig jaar heb je een enorme toestroom gezien van mensen uit het vasteland van China naar Hongkong. Daar zit ook wel wat onvrede over in de oorspronkelijke bevolking", zegt Smid.
Veel Hongkongers zien uiteindelijk geen uitweg meer. "Ik ken zelfs mensen uit Hongkong die zijn vertrokken omdat ze het simpelweg niet meer konden betalen", zegt Smid, die zelf in Shanghai woont.
Hongkong staat bekend als een van de duurste steden ter wereld, maar volgens Smid is het ook 'een van de meest onleefbare'. "Alleen als je heel veel geld hebt, kun je er fatsoenlijk wonen."