De 39-jarige Regina, haar 8-jarige zoon Erik en 10-jarige dochter Anke kwamen anderhalf jaar geleden om het leven bij een dodelijk verkeersongeval in het Brabantse Roosendaal. Familieleden verschenen gisteren daarom met foto's van hun opgebaarde lichamen in de rechtszaal, om verdachte Omar E. te confronteren met hun verdriet. Het is voor het eerst dat nabestaanden zich op deze confronterende manier laten horen.

Een verdachte op deze manier confronteren is zeldzaam, vertelt Saskia Belleman, misdaadverslaggever van De Telegraaf. "Ik heb het nog niet eerder meegemaakt dat een foto van opgebaarde lichamen werd getoond in de rechtbank", zegt ze tegen Editie NL. "Het is niet gewoon: vaak nemen nabestaanden vrolijke foto's mee van slachtoffers. Maar blijkbaar is dit om nog meer te laten zien dat die mensen uit het leven zijn gerukt en dat had nooit mogen gebeuren."

Volgens Belleman proberen nabestaanden vaker een onvergetelijke indruk achter te laten in de rechtbank. "Tijdens een zitting in Almelo, waar een man terechtstond voor het zogeheten klaphamerincident, namen de ouders van het slachtoffer een urn mee naar de rechtbank", licht Belleman toe. "De man stond terecht voor dood door schuld en het is behoorlijk confronterend als er dan een urn voor je staat."

"Een ander voorbeeld is dat er bij een rechtszaak van een politieagent die was doodgereden, een heel altaar werd gebouwd met een helm waar de deuken nog in zaten, en zijn handschoenen. En bij rechtbank Midden-Nederland was een zaak waar een jonge vrouw was doodgereden. Daar hadden haar ouders een foto meegenomen waar ze blij en lachend op stond, en een foto van hoe ze erbij lag in het ziekenhuis."

Hans van Maanen van de Vereniging Verkeersslachtoffers begrijpt heel goed dat nabestaanden hun leed visueel willen maken in de rechtbank. "Je ziet soms wel een foto in de krant van de puinzooi, maar nooit een afbeelding of foto van het menselijk leed dat is veroorzaakt", zegt Van Maanen. "Dat komt nooit aan bod, maar ik kan me goed voorstellen dat je wilt laten zien: kijk, dit zijn mensen die zijn omgekomen."

Zo wordt het menselijk, stelt de kenner. "Je merkt in de maatschappij dat verkeersongevallen en slachtoffers vaak uitgedrukt worden in cijfertjes", gaat Van Maanen verder. "Het is vaak heel zwart-wit, maar de olifant in de kamer wordt niet genoemd. We hebben het niet over cijfers, maar over mensenlevens." Daarom is het uiterst belangrijk om als nabestaande gehoord te worden, zegt hij. "De samenleving schiet soms tekort in het erkennen van het leed van slachtoffers."

De rechten van nabestaanden in de rechtbank staan vastgelegd in artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering. "Daarin staat waarover het slachtoffer mag verklaren", vervolgt misdaadverslaggever Belleman. "Tot voor kort mochten ze alleen uitweiden over de gevolgen, maar nu mogen ze ook iets zeggen over de gewenste straf die moet volgen. Het gaat hierbij om de wens: je mag niet schreeuwen en de rechter in de rede vallen. Je mag ook vooral niet verklaren over het strafbare feit zelf, want dan word je al snel een getuige."

Schokkend beeldmateriaal laten zien mag, al zijn er grenzen. Belleman: "Het hangt af van de rechtbank: de ene voorzitter is bereid heel veel te accepteren en de andere niet. De ene keer vindt een rechter het dus wel goed, een andere keer niet. Omdat het té confronterend kan zijn."

In uitzonderlijke gevallen grijpt de rechtbank in. "Het gaat vrij ver", gaat Belleman verder. "Maar ik heb het idee dat rechters eerder ingrijpen als nabestaanden in woord te ver gaan. Dus als ze verdachten uitschelden, voor 'beest' of 'duivel'. Maar rechters grijpen voor mijn gevoel minder snel in bij zulke beelden."

Rechters worstelen hoe ze met zulke situaties moeten omgaan. "Want enerzijds is het heel moeilijk om in te grijpen in het emotionele verhaal van een nabestaande, en anderzijds kan het heel confronterend zijn en te ver gaan."