Een eeuwenoud schapenbotje gevuld met hallucinogene kruiden, dat vond archeoloog Martijn Haasteren in Houten. En hij had daarmee een wereldprimeur. Het botje bleek namelijk gevuld met bilzekruid, een middel dat in de Romeinse tijd vermoedelijk niet alleen werd gebruikt tegen allerhande kwaaltjes maar ook ter verdoving en als geestverruimend middel.
Het botje stamt uit de eerste eeuw en was uitgehold om het te kunnen vullen met het kruid. Er zat zelfs een dop op van berkenteer. Het bilzekruid dat erin bleek te zitten, is heel giftig. Op een al te wild Romeins feestje kan het zomaar tot een dodelijke overdosis leiden.
Van Haasteren in het AD: "Bilzekruid is een onkruid dat waarschijnlijk overal rond nederzettingen te vinden was. Bij archeologische opgravingen zijn er wel vaker sporen van aangetroffen, maar in Houten hebben we nu voor het eerst fysiek bewijs gevonden voor het doelbewuste gebruik van het kruid door de Romeinen.’’

Er zijn slechts vier archeologische vindplaatsen in Europa waar vermoedelijk ook bilzekruid werd gebruikt, maar alleen in een graf van een soort waarzegster in Denemarken is daar echt bewijs van gevonden. "Bij haar werd een buideltje gevonden met daarin ook bilzekruidzaden. Die gebruikte ze waarschijnlijk bij rituele handelingen, vanwege de hallucinerende werking. Maar die vondst dateert uit de 10de eeuw. Dat de Romeinen duizend jaar eerder het zaad óók al gebruikten, wisten we alleen uit overgeleverde geschriften. Nu hebben we daarvan ook het fysieke bewijs.’’
Bilzekruid heeft behalve een smerige geur, ook allerlei vreemde effecten en gevolgen voor de gezondheid. Zo kan gebruik ervan leiden tot waanvoorstellingen en rusteloosheid, maar ook tot hoge bloeddruk, krampen, stuiptrekkingen en zelfs de dood. Van Haasteren: "Of de zaden uit het schapenbot werden gebruikt als pijnstiller of als geestverruimende drug, kunnen we helaas niet vaststellen. Maar het is bijzonder dat de werking ervan kennelijk tot in deze verre uithoek van het Romeinse Rijk bekend was en dat het kruid werd gebruikt op een alledaags boerenerf uit die tijd.’’