Ons moderne idee is dat origineel beter is dan imitatie. Lang dachten we dat de Romeinen daar net zo over dachten. Liever een echte tuin en echt marmer, dan schilderingen van die dingen. Uit onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen blijkt echter dat die aanname niet klopt.

Tot die conclusie kwam classica Suzanne van de Liefvoort nadat ze antieke bronnen las en onderzoek deed in de Romeinse steden Pompeii en Herculaneum. Die steden zijn goed geconserveerd doordat ze onder een aslaag van de Vesuvius terecht kwamen.

Ze ging de huizen in om te kijken hoe het eruit ziet als je door de voordeur naar binnenstapt of de woonkamer ingaat. Ze keek onder meer naar zichtlijnen: wat is er te zien in bepaalde vertrekken, zoals de woonkamer of de slaapkamer? Waar valt je oog op als je een kamer binnenstapt? Hoe werden de belangrijkste vertrekken ingericht. Zo probeerde ze echt te kijken als een Romein.

Het belangrijkste voor een Romein is volgens Van de Liefvoort of de inrichting van zijn huis klasse en smaak uitstraalt: 'En dat droeg een Romein uit door het gebruik van decoratie en niet door nep of echt. Als een Romein moest kiezen tussen goedkoop echt marmer of geschilderd duur marmer, dan kiest hij voor dat laatste.’ Haar inzicht weerspreekt het gangbare idee dat ‘echt’ ook bij de Romeinen beter was dan ‘nep’. Volgens Van de Liefvoort is dat vanuit onze tijd geredeneerd.

Bewijs voor de liefde van Romeinen voor geschilderde decoraties vond ze niet alleen in de huizen in Pompeii en Herculaneum, maar ook in antieke bronnen. Bijvoorbeeld bij de schrijver Plinius de Oude. ‘Je leest bij hem dat de Romeinen heel erg veel respect hadden voor de natuur en daarmee ook voor mensen die dat konden treffen of zelf overtreffen in de schilderkunst. Dat ook voor de allerhoogste kringen ‘neptuinen’ werden geschilderd, is nog een argument voor het idee dat ‘nep’ misschien wel beter was dan echt.