Steeds meer nieuwe inzichten tonen aan dat de ‘primitieve’ neanderthaler eerherstel verdient.

Zo weten we al langer dat de neanderthaler lang voor onze soort bijzondere technieken ontwikkelde, zoals scheepvaart. En dit jaar toonden onderzoekers onomstotelijk aan dat de neanderthaler kon spreken. Hij had dus een taal.

Een ander inzicht, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, verdient nog meer aandacht. Duitse archeologen vonden een bot afkomstig van de poot van een reuzenhert. Op het bot was een merkwaardige tekening gekerfd: een zestal rechte strepen die samen meerdere v-vormige figuren maken. Het is duidelijk dat de inkervingen niet toevallig zijn ontstaan, bijvoorbeeld door de tanden van een roofdier.

Onderzoekers dachten aanvankelijk aan menselijke makers, tot ze de leeftijd van het fossiel achterhaalden. De tekening bleek 51.000 jaar oud. Dat is lang voordat er mensen in Europa leefden. Maar de neanderthaler was er al een hele tijd.

De archeologen vonden in dezelfde grot als waar ze het bot hadden aangetroffen bovendien nog voorwerpen die door neanderthalers werden gemaakt. Ze stellen dat het om een intentionele daad met een symbolische betekenis gaat. Ze noemen het zelfs een van de meest complexe culturele uitingen van neanderthalers. Daarom suggereren ze terecht dat we onze visie op deze mensachtigen ten opzichte van mensen moeten herzien. Het idee dat onze soort zijn intelligente inzichten en cultuur doorgaf aan andere soorten is niet correct. Vandaag is er zelfs reden genoeg om te stellen dat het net omgekeerd was. Zouden wij vandaag staan waar we staan zonder de inbreng van de neanderthalers?