In de dierentuin van Caracas in Venezuela is ingebroken om een paard te slachten en vervolgens het vlees te stelen. Het land kampt al langer met een nijpend voedseltekort. Als gevolg zijn al vijftig dieren in de dierentuin gestorven van de honger.

Verzorgers vonden het karkas van het paard vanochtend. De daders hadden het hek opengebroken en waren na de slachting gevlucht.

Medewerkers van de dierentuin klagen al langer over het gebrek aan voedsel. Volgens een vakbond hebben sommige dieren al twee weken niet meer te eten gehad. Dat werd een aantal tapirs, konijnen en vogels fataal.

Leeuwen en tijgers krijgen momenteel mango en pompoen gevoerd. Dat is om ze te compenseren voor de slinkende rantsoenen vlees. De zes beren van het dierenpark krijgen dagelijks maar de helft van hun benodigde zestien kilo eten.

Ook de Venezolanen zelf worden hard getroffen door het gebrek aan eten en drinken. Volgens deskundigen komt minder dan de helft van de bevolking aan drie maaltijden per dag. Dat leidt regelmatig tot rellen en protesten, waarbij ook doden vallen. Op video's is te zien hoe hongerige menigten bakkerijen en andere winkels bestormen.

Het Zuid-Amerikaanse land verkeert in een zware economische crisis. Het heeft de hoogste inflatie ter wereld. Basisbehoeften als water, meel en rijst zijn schaars. De regering van president Maduro lijkt niet in staat de crisis het hoofd te bieden.

Steeds meer inwoners vluchten daarom naar Colombia, Chili, Mexico en de nabijgelegen eilanden Aruba en Curaçao.