Tandartsen zien steeds meer kinderen met poreus tandglazuur, bekend als kaaskiezen. Dat probleem bestaat al langer, maar leidt tegenwoordig vaker tot pijn en gaatjes. Ongeveer 1 op de 9 mensen hebben kaaskiezen.

Bij kaaskiezen zijn er in het glazuur plekken zo geel als oude kaas. Op die plekken is het glazuur poreuzer, waardoor de tand minder sterk is. Op de zwakke plekken ontstaan makkelijk gaatjes. Ook kunnen de tanden extra gevoelig zijn voor warm en koud. Kaaskiezen hoeven niet altijd tot problemen te leiden.

Kaaskiezen zijn niet te voorkomen of te genezen en het is onduidelijk waardoor ze allemaal onstaan. Duidelijk is in ieder geval dat de afwijking al ontstaan bij de aanleg van het melkgebit in tweede helft van de zwangerschap tot en met het eerste levensjaar. Kaaskiezen kunnen zowel in het melkgebit als in het blijvend gebit voorkomen. Kaaskiezen in het melkgebit komen voor bij 5 tot 10 procent van de kinderen. In het blijvende gebit heeft 10 tot 15 procent van de mensen kaaskiezen.

Door goed te poetsen en eventueel een tandpasta voor gevoelige tanden te gebruiken kunnen de klachten minder worden. Ook kan de tandarts de kiezen behandelen met fluoride of een speciaal soort tandpasta.