












 maar ach zij werd te oud,zij kon geen man meer strikken. en zij werd werkster in het ouwemannen-huis. en onder het dweilen door wierp zij nog wulpse blikken, zij maakte met haar lonken de ouwetjes aan het schrikken en op een dag zat zij er eentje naar door 't huis. (zij kon het lonken niet laten, nikeren nelis-wim sonneveld)