De Belgische koning Leopold II (1835-1909) had vergevorderde plannen om Nederland binnen te vallen, blijkt uit een boek van historicus Kris Clerckx. Volgens Clerckx dacht Leopold dat zijn plan grote kans van slagen had. Uit spionagemissies bleek dat België meer geld ter beschikking had dan het Nederlandse leger en meer (jonge) officieren. Een succesvolle inval in Nederland zou geen probleem moeten zijn, dacht de Belgische vorst. Leopold II wilde van België een wereldrijk maken en had zijn oog laten vallen op zijn noorderbuur en de Nederlandse koloniën. Het hoofd van de Belgische spionagedienst, kolonel Chauchet, voorzag wel enkele problemen. Zo bleek dat de forten van de Nederlandse waterlinie goed waren onderhouden. Ook moest België na een mogelijke inval rekenen op fors verzet van de Nederlanders. Leopold hoopte juist op steun van de Nederlandse katholieken. Volgens het plan moest de invasie snel verlopen, zodat het nieuws van de invasie gelijktijdig zou komen met dat van de Nederlandse overgave. Binnen een paar dagen moest Amsterdam ingenomen zijn. De Belgische koning had zijn plannen voorgelegd aan de Europese grootmacht Frankrijk, maar de Franse keizer Napoleon III zag niets in het plan, waarna het in de ijskast verdween.