Niet speculanten of topmannen zijn de veroorzakers van de kredietcrisis, maar de Australische hardrockband AC/DC.
Met die onthulling komt The Guardian. Lastige economische tijden en successen van AC/DC gaan altijd hand in hand, aldus de Britse krant.
Sinds de jaren zeventig zijn de Australiërs de tegenpool van economische voor- of tegenspoed. Gaat het slecht met de economie, dan is AC/DC bezig met een hoogtepunt. Wanneer de economie weer herstelt, neemt het succes van de hardrockband af.
Toen AC/DC in 1973 werd opgericht, hield niemand op de aardbol zich bezig met de Australische rockers. De oliecrisis had de hele wereld in zijn greep. De noodsituatie zorgde zelfs voor een verviervoudiging van het olie-prijskaartje.
In 1980 kwam de commerciële doorbraak voor de hardrockband met Back In Black. Het album haalde de hoogste notering op de ranglijst in het Verenigd Koninkrijk. Maar een cd’tje kopen was niet zo eenvoudig voor de Britten: de inflatie bedroeg 20 procent en de werkloosheid steeg naar bijna twee miljoen mensen.
Toen de economie weer wat opleefde, zakte de populariteit van AC/DC als een baksteen. Het album uit 1985 Fly On The Wall werd een flop, want er werden slechts één miljoen exemplaren verkocht. Ter vergelijking: Back in Black ging 30 miljoen keer over de toonbank.
De hardrockband kwam in 1990 ijzersterk terug met het album The Razors Edge. Maar wellicht hadden de mensen in het Verenigd Koninkrijk dat liever niet gewild, want de comeback ging gepaard met een recessie.
Het kredietmonster houdt iedereen tegenwoordig bezig en wat doet AC/DC? Juist, ze brengen een nieuw album uit, genaamd Black Ice. De plaat komt binnen op nummer één (sinds 28 jaar) in het Verenigd Koninkrijk en de band begint een wereldwijde tour.
Zolang de Australische hardrockers nog succesvol zijn, zolang zal de financiële crisis dus ook gaan duren… Toch maar eens een bezoekje brengen aan gitarist en Quote 500-lid Angus Young; hij woont namelijk in het Gelderse Aalten.