Mark Poveromo kan hiervan mee praten, toen hij in 2006 een aannemer inhuurde om een nieuwe dierenwinkel in Thomaston te bouwen kon hij niet vermoeden dat dit hem heel veel geld zou gaan kosten. Poveromo betaalde de aannemer, Mark Koch, 39.500 dollar als aanbetaling van de totale som van 80.000 dollar, de rest zou na de klus worden betaald. Tot een goed einde kwam het niet, Koch verscheen nooit op de bouwplaats om de klus te klaren. De benadeelde middenstander spande een zaak tegen de oplichter aan, met succes. In april 2007 werd Koch veroordeeld tot terugbetaling. In eerste instantie betaalde hij netjes 25.000 dollar af, de rest zou in maandelijkse termijnen worden afgehandeld. Prima geregeld, ware het niet dat Koch twee maanden voor zijn veroordeling een faillissement had aangevraagd. Dit verzoek werd gehonoreerd, waardoor de oplichter vrij spel had om Poveromo aan te klagen, op grond van schending van een gerechtelijk bevel. Een failliet mens geniet namelijk bescherming tegen kwaadwillende schuldeisers zoals Poveromo, deze had hem immers laten aanhouden en veroordelen tijdens een faillisementsaanvraag. Rechter Charles Rendlen III kon niet anders besluiten dan om de ongelukkige winkelier te veroordelen tot terugbetaling van zijn eigen geld aan Koch, plus de gemaakte kosten van de eisende partij.