AMSTERDAM - Volgens onderzoeker Wim Bernasco, die in het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving werkt, gaan inbrekers bijna altijd terug naar de buurt waar ze al eerder hebben ingebroken.
Hiermee wordt aan de hand van statistisch onderzoek een vermoeden van de politie bevestigd.
Als in een woning ingebroken is, zijn de weken daarna veel huizen in de buurt het doelwit. Er wordt aangenomen dat het voor de inbreker met elk bezoek makkelijker wordt, omdat hij er bijkomende voordelen bij krijgt: hij kent de buurt, het type huis en de mogelijke vluchtroutes.
In 2005 waren er ruim 64 duizend inbraken. Dit aantal is vorig jaar gestegen met 2500.