Een schoonmaker is door zijn werkgever op staande voet ontslagen, omdat hij op zijn werk verzamelde statiegeldblikjes en -flesjes ter waarde van 35 euro meenam en verzilverde. Volgens de rechter is de man ten onrechte op straat gezet, en heeft hij daarom recht op een trits ontslagvergoedingen. In totaal ontvangt de schoonmaker ruim 35.000 euro.
Dat blijkt uit een onlangs openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Amsterdam.
De 48-jarige man werkte sinds 2013 voor het Gelderse schoonmaakbedrijf EW Cleaning Operations. Sinds eind 2022 werkte hij als vaste schoonmaker op de locatie van een van de klanten van zijn werkgever.
Eind februari van dit jaar constateerde een beveiligingsmedewerker van die opdrachtgever op camerabeelden dat de schoonmaker na zijn dienst lege statiegeldflesjes en -blikjes had meegenomen. Toen de schoonmaker daarop werd aangesproken, erkende hij dat hij wel eens statiegeldverpakkingen meenam die hij in de vuilnisbakken van het bedrijf aantrof.
Volgens de man had hij zo drie of vier keer eerder bij de supermarkt flesjes en blikjes verzilverd, en daarmee zo'n 35 euro verdiend. Tijdens het gesprek gaf hij aan niet te weten dat het meenemen van statiegeldverpakkingen verboden was, en dat hij spijt had dat te hebben gedaan. Ook wilde hij de 35 euro terugbetalen.
Desalniettemin liet de klant weten dat de schoonmaker niet meer hoefde terug te komen. Daarop schorste het schoonmaakbedrijf de man, en ontsloeg hem na een onderzoek op staande voet.
Daarmee nam de schoonmaker geen genoegen; hij stapte naar de rechter om te protesteren tegen zijn ontslag. Omdat hij inmiddels een nieuwe baan had gevonden bij een ander schoonmaakbedrijf, eiste hij zijn werk niet terug. Wel maakte hij aanspraak op enkele forse vergoedingen wegens onterecht ontslag.
Uit de recent openbaar geworden uitspraak blijkt nu dat de rechtbank Amsterdam de schoonmaker grotendeels gelijk heeft gegeven.
