Kokerjuffers maakten in de jaren 70 al gebruik van vervuilende microplastics, ver voor die term in 2004 werd bedacht. De larven gebruikten de superkleine stukjes plastic toen al ter bescherming tegen vijanden, hebben Naturalis en de Universiteit Leiden uitgezocht.

Kokerjuffers zijn de larven van schietmotten, vliegende insecten. Ze leven onder water in slootjes en beekjes, en beschermen zichzelf door kokertjes te maken van materiaal dat ze onder het wateroppervlak vinden. Ze gebruiken onder meer steentjes, schelpjes, zandkorrels, waterplanten en dennennaalden.

Onderzoeker Auke-Florian Hiemstra kreeg het idee voor zijn onderzoek van de Franse kunstenaar Hubert Duprat. "Die had gehoord dat goudzoekers goud in slootjes en rivieren vonden en hij vroeg zich af of kokerjuffers niet af en toe goud gebruikten voor hun bouwwerkjes. Vervolgens bedekte hij in aquaria de bodem met onder meer goud en diamant. De kokerjuffers hebben daar ware sculpturen van gemaakt die nu in de grote Franse musea te vinden zijn", vertelt Hiemstra.
Foto

Die gegevens brachten Hiemstra op een idee, vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal: "Als ze al die materialen opnemen, dan waarschijnlijk ook plastic." Dat bleek te kloppen toen in 2018 de eerste waarneming opdook van microplastics in een kokerjuffer.

Om te achterhalen hoe lang kokerjuffers al plastic gebruiken, dook Hiemstra in de collectie van Naturalis op zoek naar kokerjuffers van lang geleden. Daar vond hij kleine felblauwe en felgele stukjes plastic ingebouwd in de kokertjes, de oudste uit 1971.
Foto

Ook wilde Hiemstra weten hoe vervuild de huidige kokertjes van de larven zijn. Met een student ging hij op onderzoek uit in de Eyserbeek in het Limburgse Simpelveld. Daar werd het water uitgekamd met schepnetten. Van de gevonden kokertjes bleek meer dan de helft kunstmatige onderdelen te bevatten.

Die ontwikkeling is volgens de onderzoeker zorgelijk. "Het heeft zeker nadelen als je bedenkt dat de kokerjuffer de basis is voor de voedselketen rondom zo'n beek." Er zijn vele diersoorten die de kokerjuffers eten.

Hoe meer plastic ze binnenkrijgen, hoe slechter dat is. "Op die manier raakt het hele systeem rondom zo'n beek doordrenkt van de microplastic, doordat de kokerjuffers dat al tientallen jaren massaal verzamelen", zegt Hiemstra.

Het onderstreept volgens de onderzoeker nog maar eens de waarde van natuurhistorische collecties en dat je die moet koesteren. "Je weet nooit hoe waardevol een exemplaar in de toekomst kan zijn."

Microplastics komen vooral in het milieu door autobanden, plastic korrels uit de industrie en plastic afval. De afgelopen jaren worden de kleine stukjes plastic ook steeds vaker gevonden in het menselijk lichaam. Zo zitten ze onder meer in het bloed, longen en de hersenen van mensen.

Het RIVM pleit voor maatregelen om de uitstoot te verminderen door minder plastic te gebruiken, extra regelgeving en het tegengaan van slijtage van autobanden.