Ja, ze reed een straat in die ze niet in mocht rijden. En daar kreeg ze begrijpelijkerwijs een boete voor. Maar de manier waarop vond de vrouw toch wat vreemd. Een agent reed haar verderop klem met een privévoertuig en gaf haar een boete van 150 euro. Bijna twee jaar later hoeft ze die toch niet te betalen: de agent blijkt iets belangrijks te zijn vergeten.

Met haar zwarte auto rijdt de vrouw op 19 december 2022 door het Regentessekwartier in Den Haag als ze besluit de Chasséstraat, een eenrichtingsweg, in te slaan. Aan het begin van de weg staat een duidelijk zogeheten C2-bord: een rood rond bord met een witte streep in het midden. Verboden om in te rijden dus.

Toch doet ze het. De verboden actie van de vrouw wordt gezien door een agent die in de buurt is. De man keert zijn auto en rijdt onopvallend achter de vrouw aan: hij is tijdens werktijd namelijk met zijn privévoertuig op pad. Hij besluit de vrouw verderop bij een stoplicht tot stilstand te brengen.

De agent stapt uit zijn auto en tikt op het raam aan de bestuurderskant van de overtredende automobilist. Hij identificeert zich met zijn politielegitimatie en zegt tegen de vrouw ‘dat ze een gevaarlijke verkeerssituatie had veroorzaakt’. Enkele dagen later valt een boete van 150 euro op de mat.

De vrouw is het er niet mee eens en vecht de boete aan bij de kantonrechter. Ze heeft de boete namelijk ontvangen op haar kenteken, terwijl de agent haar legitimatie helemaal niet heeft gezien. De agent verklaart dat hij haar niet staande hield, ‘omdat ik reed in mijn privévoertuig’. Terecht verweer, oordeelt de kantonrechter eerder dit jaar, maar daar laat de vrouw het niet bij zitten.

Bij een nieuwe behandeling van de zaak bij het gerechtshof blijkt er toch iets niet helemaal in de haak. Want ze is wel degelijk staande gehouden door de agent, hij heeft zichzelf ook geïdentificeerd en de boete persoonlijk medegedeeld. Dan had hij toch ook om haar identificatie moeten vragen, en niet alleen de boete op kenteken kunnen uitdelen.

In een aanvullende verklaring zegt de agent inderdaad dat hij ‘de bestuurder heeft aangesproken’ en dat hij ‘een sanctie heeft aangezegd’. Maar waarom heeft hij de boete dan niet op haar naam uitgedeeld? Dat antwoord komt er niet bij het hof. ‘Informatie waarom de ambtenaar daarbij niet de gelegenheid heeft gehad om de identiteit van de bestuurder vast te stellen ontbreekt’, klinkt het in het eindoordeel.

Onder die ‘omstandigheden’ had de bekeuring niet gegeven mogen worden op de naam van de kentekenhouder. De boete van de vrouw wordt nu dus bijna twee jaar na de bewuste overtreding teruggestort.

Hoe kan dat?
Het antwoord daarop is terug te vinden in de zogeheten Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, kortweg de Wahv. Die bepaalt dat wanneer er niet te controleren is wie een overtreding heeft begaan (bijvoorbeeld bij een snelheidsovertreding op de snelweg), een boete op de naam van een kentekenhouder komt te staan.

Maar als dat wel mogelijk is, moet een agent of een handhaver de overtreder altijd staande houden én zijn identiteit vaststellen. ‘Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de sanctie aan de kentekenhouder worden opgelegd.’ Dat is in deze zaak dus niet het geval. De 150 euro ziet de vrouw binnenkort weer op haar rekening staan.