De 10 miljard euro die EU-lidstaten hebben gekregen om hergebruik van materialen en producten te stimuleren is letterlijk en figuurlijk de afvalbak ingegaan.

Het geld van de Europese Commissie was bedoeld om tussen 2016 en 2020 groene innovatie te stimuleren en bedrijven te helpen om sneller de overgang naar hergebruik te maken. Maar het overgrote deel van het budget is door de lidstaten besteed aan afvalbeheer, in plaats van innovaties om de hoeveelheid afval te verminderen.

Het Brusselse doel om in 2030 twee keer zo veel materialen te herbruiken wordt hierdoor een "onmogelijke opgave", concludeert de Europese Rekenkamer in een vandaag gepresenteerd onderzoek.

Ondanks alle miljarden nam het gemiddelde percentage van hergebruikte producten tussen 2015 en 2021 in alle 27 lidstaten met slechts 0,4 procentpunt toe. Zeven landen deden zelfs stappen terug. Dat waren Litouwen, Zweden, Roemenië, Denemarken, Luxemburg, Finland en Polen.

Nederland is van alle landen nog het best bezig, concludeert de Rekenkamer. In 2021 was het circulaire aandeel van materiaalverbruik met bijna 34 procent gestegen. Hiermee lijkt Nederland het doel van 50 procent in 2030 te kunnen halen.

Tegelijk liep er ook in Nederland liep veel mis. Twee projecten die de Rekenkamer bezocht, haalden de eindstreep niet. Een project voor circulaire bouw liep spaak door milieubezwaren. De bouw van een fabriek waar oude banden moesten worden omgezet in een vrijwel zuivere vorm van koolstof en schone energie, lag door problemen en een brand stil.

Het rapport van de Europese Rekenkamer velt een vernietigend oordeel over het uitgevoerde beleid. "De circulaire transitie in de EU-landen is vrijwel tot stilstand gekomen", zegt Annemie Turtelboom, lid van de Rekenkamer. Bij controle van de innovatie en investeringen die met het subsidiegeld waren opgestart vonden zij "weinig bewijs dat deze maatregelen daadwerkelijk hebben bijgedragen aan een circulaire economie".

Het doel van het subsidieproject was het verminderen van de afvalberg in Europa door de traditionele volgorde van "nemen, maken en weggooien" te doorbreken. Als producten, materialen en hulpbronnen langer meegaan, door bijvoorbeeld reparatie of hergebruik, zou er minder worden weggegooid.

Hoewel de Rekenkamer stelt dat de activiteiten van regeringen van lidstaten met de circulaire economie zijn toegenomen, blijft het tempo te traag. Het doel om meer te recyclen in 2030 is door het weggegooide geld volgens de Rekenkamer nu "een grote uitdaging".