Het Nationale Park De Hoge Veluwe maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen van de aanwezigheid van wolven voor de totale wildstand in het park. Sinds de komst van de wolf ziet De Hoge Veluwe de stand van de edelherten, reeën en wilde zwijnen in het nationale park kelderen, en slaat alarm. Andere natuurbeheerders vinden de impact daarvan gering.

Volgens het hoofd bedrijfsvoering van het park, Jakob Leidekker, heeft de komst van de wolf dit voorjaar geleid tot een alarmerende daling van het aantal edelherten in het gebied. "Dit voorjaar hebben we 65 procent minder kalveren van edelherten geteld. Voor het eerst zien we de drastische gevolgen van de wolf op de totale wildstand", vertelt Leidekker in een interview met dagblad Trouw.

In tegenstelling tot andere natuurbeheerders, zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en gemeenten, die beweren dat de impact van de wolf beperkt is, benadrukt De Hoge Veluwe dat de gevolgen groter zijn. "We hadden gerekend op 98 jonge edelherten, maar we hebben er slechts 34 geteld dit voorjaar", aldus Leidekker.

Het park herbergt naar schatting zeven wolven, bestaande uit twee volwassen dieren en vijf welpen. Hoewel de andere natuurbeheerders aangeven dat de dieren wat schuwer en minder zichtbaar zijn geworden sinds de komst van de wolf, stelt De Hoge Veluwe dat de consequenties veel verder reiken.

Afgelopen najaar waarschuwde Leidekker bezoekers van het natuurpark nog om niet te dichtbij de wolven in het park te komen om bijvoorbeeld foto's te maken. Hij maakt zich zorgen dat de wolven te gewend raken aan mensen wat voor problemen in de toekomst kan zorgen:

Binnen de omheining van het park leven momenteel ongeveer 180 edelherten en vijftig wilde zwijnen. Om overpopulatie te voorkomen, vindt er jaarlijks afschot plaats. Echter, vorig jaar is er voor het eerst nauwelijks gejaagd. De Hoge Veluwe vreest dat de wolven de wildstand dusdanig zullen decimeren dat de voortplanting in gevaar komt en dat er een ecologische ondergrens wordt bereikt voor een gezonde populatie, aldus Leidekker.