Schaapscheerderskou is een relatief koude periode die vaak optreedt in de maand juni. De voornaamste periode is 5 tot en met 20 juni. Deze periode met koel weer vlak voor de zomer is een ideaal moment om schapen te scheren. Bij schaapscheerderskou staat er een noorden- tot noordwestenwind, is er veel bewolking en zijn de temperaturen laag door koud zeewater. In extreme gevallen kan nog nachtvorst optreden. In 1955 daalde de temperatuur in Witteveen (Drenthe) op 18 juni naar -0,8 graden.

Zomerweer in juni houdt zelden de hele maand stand. Na de eerste zomerse tot tropische periode kan de wind draaien van zuid naar noord tot noordwest. De Noordzee is dan nog relatief koud met gemiddeld een graad of 15. Daardoor is het bij wind van zee kouder dan normaal, zeker wanneer de wind uit het noorden komt.

Boven de nog relatief koude Noordzee ligt in deze tijd van het jaar vaak een hardnekkig wolkendek en dat trekt met een noorden- tot noordwestelijke stroming naar West-Europa. Het is bij deze windrichting dan ook overwegend bewolkt. De kustgebieden kunnen te maken krijgen met hardnekkige mist. Verder is het ook vrij koud met in de kustgebieden zo’n 15 graden. Meestal houdt zo’n koude en sombere periode enkele dagen aan. Vroeger kwam zo’n periode goed uit, want dan werd de kale huid van de schapen na het scheren niet direct blootgesteld aan de felle junizon.

Ook in de klimatologie is deze junidip goed te herkennen. De gemiddelde temperatuur daalt namelijk een klein beetje rond het midden van de maand. Aan het eind van de maand stijgt de normaal weer.

Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. In 2002 was er juist een warmtepiek in plaats van schaapscheerderkou rond het midden van de maand. Op 18 juni werd het in het Limburgse Arcen 34,7 graden. Opvallend is wel dat de hitte-extremen aan het begin en eind van juni veel hoger liggen. Zo werd op 8 juni 1915 in Oudenbosch (Noord-Brabant) 36,1 graden gemeten. De hoogste junitemperaturen vinden we in 1947. Op de 27e werd het in Winterswijk 37,0 en in Maastricht-Aachen Airport (Beek) 37,2 graden.