Het ene windje is het andere niet: je hebt luide en stille, stinkende en geurloze. Waar komen die verschillen vandaan?

Gemiddeld laten mensen zo'n tien scheten op een dag. Dat is hartstikke gezond. “Wanneer we eten, slikken we gassen in. En ook tijdens onze spijsvertering produceren we gassen. En al dat gas moet er natuurlijk ook weer uit”, vertelt wetenschapsexpert bij HLN, Martijn Peters. “De gemiddelde wind bestaat voor 99 procent uit gassen die geurloos zijn. Denk maar aan stikstof, zuurstof, koolstofdioxide, waterstof en methaan. Aan amper 1 procent van de scheten zit een geurtje. Dat zijn vooral moleculen met zwavel in.”

En ja, het is waar: vermoedelijk ruiken de stille windjes sterker. “De kans is groot dat meer trompetgeschal komt door een toename in de hoeveelheid van het geurloze gedeelte van de scheet”, aldus onze expert. “Bij een stille scheet is dat eerder een afname, waardoor de zwavel zijn stempel harder kan drukken op het ‘eindresultaat’. Hierdoor kan een luide scheet dus wat minder ruiken en een stille scheet wat meer.”

Hoe erg een scheet stinkt hangt vooral af van wat je eet. “Eet je veel voeding met een hoog zwavelgehalte, dan zullen je scheten meer stinken. Denk maar aan rood vlees, kip, peulvruchten, eieren, spruitjes, bloemkool of kool. Koolzuurhoudende dranken zorgen er dan weer voor dat je zowel meer scheten als boeren laat. Daarnaast zijn ook je darmbacteriën verantwoordelijk voor de vorming van gassen, die op een bepaald moment richting exit moeten.”

Gek genoeg, hebben anderen meer last van de stank dan jijzelf. De verklaring is simpel: onze hersenen zijn al jaren gewend aan de geur.