Ten minste achttien Provinciale Statenleden met een professionele achtergrond in de landbouw hebben zich mogelijk schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling door mee te stemmen over stikstofmoties. In de meeste gevallen overtraden zij daarmee provinciale integriteitsregels, blijkt uit onderzoek van NRC.

Het gebeurde sinds 2019 in negen provincies. De politici mochten vanwege hun werk als bijvoorbeeld melkveehouder of akkerbouwer niet stemmen over provinciale regelingen en moties waarbij zij een belang hadden. Acht van deze achttien Statenleden bekleden ook een functie bij LTO of een andere belangenorganisatie.

In de meeste provincies is het verboden voor Statenleden om mee te stemmen over beleid en moties waar zij een persoonlijk belang bij hebben. Naast het meestemmen, voerden sommige Statenleden ook het woord en brachten ze standpunten in die ze met bijvoorbeeld LTO hadden voorbesproken, schrijft NRC.

De Provinciale Staten hebben een belangrijke rol in het stikstofdossier. De provincies moeten namelijk plannen maken voor stikstofreductie, de Statenleden gaan daarover stemmen.

In Drenthe zouden vier politici de regels hebben overtreden, in Friesland drie. Zestien van de achttien Statenleden die niet zouden hebben gehandeld in lijn met de integriteitsregels, zijn actief voor de VVD en het CDA.

"Als je die integriteitscodes over het algemeen ziet, vind ik het nogal opmerkelijk dat dit kan", zegt bijzonder hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden Arco Timmermans tegen de krant. Hij wijst op de codes van Utrecht, Drenthe en Friesland. "Die zijn helder: meestemmen doe je niet als je een belang hebt." Alleen in Utrecht en Groningen zijn er deze zittingsperiode geen Statenleden met een professionele achtergrond in de landbouw.