Een garagebedrijf uit Gelderland hoeft de eigenaren van een Volkswagen Golf geen 13.500 euro schadevergoeding te betalen, wegens het vernietigen van de auto. De eigenaren lieten de Golf tien jaar bij het bedrijf wegroesten.

In 2009 bracht de eigenaar de Volkswagen Golf VR6 Turbo uit 1994 bij de garage, voor reparaties en ombouw. Een jaar later bleek de man geen geld te hebben om de rekening te betalen. Daarop staakte de garage de werkzaamheden, en parkeerde de auto buiten het bedrijf.

Vervolgens verdween de eigenaar spoorloos. Pas in 2016 bezocht de man het autobedrijf nog eens, om de auto te bekijken. Inmiddels had hij de auto overgeschreven op naam van zijn zoon.

Ook toen had hij nog geen geld om de rekening te betalen. Op een daarop volgende e-mail van het autobedrijf reageerde de man pas drie jaar later, met een kort bericht.

In de tussentijd stond de Golf weg te roesten, en begon zelfs uit elkaar te vallen. "De onderdelen vielen er aan alle kanten af, het was een schandvlek voor ons bedrijf geworden", schreef de garage later in een verklaring aan de advocaat van de eigenaren.

Pogingen van de garage om hen te bereiken, mislukten. Brieven, e-mails en telefoontjes kwamen retour of bleven onbeantwoord.

Volgens het garagebedrijf begonnen er uiteindelijk ook vloeistoffen uit de wagen te lekken, waardoor werd gevreesd voor boetes wegens overtreding van de milieuwetgeving. In 2019 had het autobedrijf er genoeg van. Het haalde het motorblok en de turbo uit de auto, en gaf de rest gratis mee aan een schroothandelaar.

In de zomer van 2020 doken de man en zijn zoon echter toch weer op, en lieten per brief weten de Volkswagen Golf terug te willen. Toen bleek dat de auto was vernietigd, stelden zij de garage aansprakelijk voor de schade. Voor de rechtbank Gelderland eisten zij een schadevergoeding van 13.500 euro, en een vergoeding van de juridische kosten.

Uit een vrijdag openbaar geworden uitspraak blijkt dat de kantonrechter in Zutphen die claim van tafel heeft geveegd. Volgens de rechter had de garage de auto niet zomaar mogen vernietigen, maar rechtvaardigden de omstandigheden dat in dit geval wel.

De kantonrechter benadrukt dat de garage de auto pas had mogen vernietigen, nadat de eigenaren waren aangespoord binnen een redelijke termijn de auto weg te halen en hun rekening te voldoen.

Maar omdat de eigenaren spoorloos waren en jarenlang niet naar de Golf hadden omgekeken, moet de uiteindelijke vernietiging ervan volgens de rechter in dit geval voor hun rekening blijven. Ook speelde een rol dat de lekkende auto kon leiden tot milieuboetes.

De stelling van vader en zoon dat de Golf helemaal niet in zo'n slechte staat was geweest, achtte de kantonrechter onaannemelijk. Dat het autobedrijf verantwoordelijk was voor de aftakeling van de auto, verwierp de rechter eveneens.

Wel moet de garage de opbrengst van 1500 euro aan onderdelen en het - gedemonteerde maar nog onverkochte - motorblok aan de zoon van de oorspronkelijke eigenaar teruggeven.

Dat geld mag de garage niet verrekenen met de nog steeds onbetaalde rekening uit 2010. Die rekening moet namelijk niet door de zoon, maar door de vader worden voldaan.