Aangeklaagd worden door een van de rijkste zakenmannen in Rusland die niet van plan is los te laten. Het overkwam onderzoeksjournalist Eliot Higgins van het onderzoekscollectief Bellingcat in Engeland. In Londen stikt het van de advocaten die niet alleen zijn gespecialiseerd in laster- en smaadzaken, maar ook in het aanklagen van journalisten, activisten en klokkenluiders die kritisch schrijven over hun rijke cliënten.

Het gaat om zogenoemde SLAPP-zaken (Strategic Lawsuits Against Public Participation). Daarbij voeren oligarchen en andere superrijken kostbare en eindeloze juridische procedures om onwelgevallige publiciteit uit de openbaarheid houden. Een lucratieve business, waar veel geld in omgaat.

"Het kost mij of Bellingcat tienduizenden ponden voor de eerste paar hoorzittingen", zegt onderzoeksjournalist Higgins van Bellingcat. "En dan gaat het niet eens om de eerste rechtszaak, maar om hoorzittingen om te zien of de zaak ontvankelijk is. Als dit zo doorgaat, zal het mij en Bellingcat heel veel geld gaan kosten om een zaak te verdedigen die de meeste mensen belachelijk zullen vinden."

In het Verenigd Koninkrijk hoeft een aanklager geen bewijs aan te dragen voor een zaak, zoals in andere landen. Een aangeklaagde moet bij een zaak juist de onschuld aantonen. Met andere woorden: aanklagen mag altijd. De tegenpartij moet maar bewijzen dat de aanklacht ongegrond is.

Higgins is door zakenman Jevgeni Prigozjin aangeklaagd voor laster nadat hij publiceerde over de nauwe banden tussen het Kremlin, Prigozjin en de Wagner Group. Prigozjin staat ook wel bekend als de financier van de Russische Wagner Group, een illegaal netwerk van huursoldaten dat actief is in onder meer Syrië, Libië, Afrika en nu ook Oekraïne.

De aanklachten begonnen voor Higgings nadat hij een serie kritische tweets plaatste over Prigozjin en de Wagner Group. "Ik lijk speciaal uitgekozen te zijn voor deze afstraffing. Prigozjin klaagt mij aan voor dezelfde dingen waarvoor hem sancties zijn opgelegd. Ik zie niet in hoe hij serieus kan denken dat hij dit gaat winnen", zegt Higgins.

Catherine Belton, schrijver van het goed ontvangen boek Putin's People, overkwam hetzelfde. Haar zaak wordt de SLAPP-zaak van de eeuw genoemd. Zij kreeg maar liefst vijf oligarchen achter zich aan, onder wie de bekende Roman Abramovitsj, die allemaal juridisch bezwaar aantekenden tegen een fragment in haar boek.

"Meerdere mensen binnen het Kremlin wisten van mijn boek toen het uitkwam. Maar toen oppositieleider Navalny ermee stond zwaaien kreeg het meer aandacht van het Kremlin dan daarvoor. Het werd grondig onderzocht. En ik kreeg te horen van voormalig medewerkers van een oligarch dat ze inderdaad op aansturen van Poetin het boek in diskrediet brachten", vertelt Belton.

Het gevolg: eindeloze procedures. Processen van die aard hebben de uitgever van Belton, Arabella Pike, al bijna twee miljoen euro's gekost. "Als het aan mij lag, zou ik de hele dag bezig zijn met boeken uitgeven", zegt ze. "In plaats daarvan zijn we al twee jaar in juridisch touwtrekken verwikkeld. Het is een gruwelijke ervaring. Die brieven die advocatenkantoren naar je schrijven zijn met opzet ontworpen om intimiderend te zijn. Het is psychisch ondermijnend."

De Engelse wetgeving die SLAPP-zaken zo effectief maakt is eeuwen geleden tot stand gekomen op initiatief van de Britse adel, om te voorkomen dat de reputatie van edellieden werd besmeurd. Advocaten beweren vaak dat smaadwetten nog steeds nodig zijn, als verdediging tegen de agressieve Britse pers. Toch gaan er ook stemmen op om nog eens goed naar de wetgeving te kijken.

"We moeten het misbruik van die wetten stoppen, dat tot in het extreme wordt doorgevoerd door de rijken in de wereld", zegt advocaat Rupert Cowper-Coles, gespecialiseerd in smaadzaken.

"Onze lasterwetten worden af en toe bijgewerkt. Maar veel van de principes erachter zijn heel erg oud. We hebben hier een geweldig rechtswezen en fantastische advocaten. Maar de overtrokken hoge kosten van het systeem houden gerechtigheid tegen."