Met een flamboyant, ontroerend maar zeker ook politiek eerbetoon is Joséphine Baker (1906-1975) bijgezet in het Panthéon, het eregraf voor grote zonen en dochters van Frankrijk.

Op de tonen van haar evergreen J’ai deux amours arriveert de kist zonder stoffelijk overschot - Joséphine Baker is begraven in Monaco - bij de entree van het enorme Panthéon in Parijs. Uit de luidsprekers op het plein klinkt haar stem, die de verkleumde toeschouwers op de tribunes zichtbaar plezier doet. Hier en daar wordt een traan weggepinkt.

Dan verschijnen op de façade van het enorme monument projecties van fragmenten uit het leven van Joséphine Baker, die als straatarm meisje werd geboren in het Amerikaanse Saint-Louis als Freda Josephine McDonald.

Joséphine de danseres en zangeres komen voorbij, de verzetsstrijdster die Joden verborg en gecodeerde boodschappen voor de Franse inlichtingendienst in haar bh stopte. En ook Joséphine de burgerrechtenactiviste en tenslotte Joséphine de moeder.

Zelf kon zij geen kinderen krijgen, maar Baker adopteerde er twaalf. Deze regenboogfamilie moest bewijzen dat je alle vooroordelen kunt overwinnen, als je maar vroeg begint.

Na deze show gaat president Emmanuel Macron dieper in op haar uitzonderlijke leven. Eenmaal in Frankrijk, liet zij de armoede en het racistische geweld achter zich en brak een gelukkige tijd aan. “En nu komt u in ons Panthéon, terwijl u geboren werd als Amerikaanse”, zo sluit hij zijn hommage af. “Maar er is niemand die meer Frans is dan u.”

Het staatshoofd heeft dan ook duidelijk gemaakt waarom hij Baker zoals dat heet ‘panthéoniseert’. In een tijd dat alles wat met kleur te maken heeft tot grote opwinding leidt, wijst het anti-racisme van de Martin Luther King-school dat Baker aanhing volgens hem in de juiste richting.

“Joséphine Baker verdedigde geen huidskleur, maar de vrijheid van eenieder. Zij definieerde zich niet voor alles als zwarte vrouw maar voelde zich in de eerste plaats Française. Joséphine Baker streed voor het universalisme, vóór emancipatie en tegen hokjesdenken.”

Zo neemt het staatshoofd zonder het te noemen stelling tegen het Amerikaanse woke-gedachtegoed waarin alles om kleur draait. Als Baker nu zou hebben geleefd, zou zij zeker een hekel hebben gehad aan woke, meent ook de filosoof Pascal Bruckner, lid van het comité dat Macron overtuigde van de ceremonie. “Joséphine is het steentje in de schoen van de Amerikanen die Fransen graag de les lezen diversiteit en racisme.”

Maar het evenement zou geen zelffelicitatie mogen zijn
Daar denkt de Frans-Senegalese activiste en journaliste Rokhaya Diallo, anders over. Zij beaamt dat het een goede zaak is om de ‘inspirerende Baker’ te eren. Maar het evenement zou geen zelffelicitatie mogen zijn, waarschuwde zij vooraf.

Diallo ontkent niet dat tal van Afro-Amerikaanse beroemdheden zoals Sidney Bechet, Richard Wright, James Baldwin, Nina Simone en Miles Davis in de jaren vijftig en zestig in Parijs een normaal bestaan leidden, terwijl zij in de VS in restaurants en hotels werden geweigerd, zoals Joséphine Baker zelfs in New York overkwam. Maar dit gegeven wordt volgens haar te vaak gebruikt om te beweren dat Frankrijk toleranter is voor personen van kleur dan de Verenigde Staten.

“Op het moment dat Baker danste in Parijse theaters, was Frankrijk een gewelddadige koloniale macht. Dit en het nog altijd diep gewortelde racisme kan met het Panthéon niet worden uitgewist.”