De ruimtevlucht van Jeff Bezos is niet voldoende voor een officieel astronautenspeldje. Ook zijn Nederlandse reisgenoot Oliver Daemen kan geen aanspraak op de wings maken, omdat de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA op de dag van de vlucht de regels heeft aangescherpt.

In de VS bepalen twee organisaties wie de officiële erkenning krijgt, de NASA en de FAA. Om bij de NASA te kwalificeren voor het speldje moet iemand aan strikte voorwaarden voldoen, zoals het afronden van de officiële astronautenopleiding en het behalen van 1000 vlieguren.

De regels die de FAA voor de commerciële ruimtevaart opstelde, waren iets minder strikt. Daarbij was het voldoende een vluchttraining te ondergaan en de hoogte te halen die als grens van de ruimte wordt aangehouden, 80 kilometer.

Dinsdag kwam er echter nog een derde voorwaarde bij: er moeten activiteiten zijn uitgevoerd die "essentieel zijn voor de publieke veiligheid of bijdragen aan de veiligheid van menselijke ruimtereizen".

Geen van Bezos' ruimtereizigers voldoet aan die nieuwe regel: de inzittenden van de New Shepard-capsule hoefden juist zelf niets te doen omdat de hele vlucht vanuit het vluchtcentrum werd geleid.

Het is volgens Amerikaanse media discutabel of Bezos' voorganger Richard Branson wel voldeed aan alle voorwaarden. Hij en drie andere passagiers gingen officieel mee als bemanningsleden die op de reis inspecties uitvoerden om de vluchtbeleving te verbeteren. De FAA zal moeten bepalen of dat voldoende was.

Voor puristen zal het onderscheid belangrijk zijn, omdat de term astronaut zo officieel alleen gebruikt mag worden voor personen die een wezenlijke bijdrage bieden aan de ruimtevaart, niet voor de ruimtetoeristen waar Bezos en Branson op azen.

Overigens trekken de ruimtevaartbedrijven zelf zich vooralsnog weinig aan van de nieuwe regeltjes: alle inzittenden werden na hun vlucht met zelfontworpen wings onderscheiden.
Foto