@Mamsie, het was een figuurlijk
Maar er zijn vele mooie verhalen.
Zo had zijn vader geregeld dat hij voor een officiele gelegenheid mocht spelen voor bobo's . van diee dikke nekken die zichzelf erg intressant vinden.
Hij begon met het Wilhelmus, dus iedereen ging staan. En dat vloeide over in Bach of Mozart.
En zoals ik al zei, hij kleurde de muziek, dus midden in Bach of wat hij dan speelde, ging het weer naadloos over in het Wilhelmus. En toen keken die dikke nekken elkaar vertwijfeld aan en gingen weer staan en toen ze stonden, ging hij weer verder met wat hij speelde . En die dikke nekken begrepen er niets van. En dat flikte hij nog een keer
.
Zijn familie was er ook bij en die lagendubbel van het lachen.
Ik hoef niet te vertellen dat hij nooit meer is gevraagd
Een andere anekdote, hij speelde elke zondag inde kerk de mis.
En het was tijd voor de preek.
De pastoor had 2 knoppen op het altaar
Een groene dat hij kon gaan spelen. want dan ging er boven bij het kerkorgel een groene lamp branden en een rode, dan kreeg hij boven eenrood licht zodat de dienst verder ging en hij moest stoppen.
En midden in de preek begon hij ineens het lied van Herman van Veen te spelen.
Opzij opij, we hebben ongeloofelijk haast.
Toen begon de mensen in de kerk al te gniffelen en dat werd steeds een luidere lach.
het gezicht van de pastoor stond op onweer en die drukte verwoed op die rode knop.
Hij had niets met het geloof maar was vol liefde van het kerkorgel.
En toen hij stopte zei de pastoor, ik geloof dat er iemand haast heeft.
En die ging verder met de dienst.
Na de dienst ging de pastoor en die vriend altijd nog een kopje thee drinken inde pastorie.
En de pastoor was echt pissig en las hem de les.
Dat moet je me echt nooit meer flikken. En hij zei heel gedwee, ja pastoor en nee pastoor.
En toen de pastoor was uitgefoetert zei hij, Maar de mensen in de kerk hadden wel schik he.
En toen schoten ze allebei in de lach.
Hij zei, de pastoor moest zo erg lachen dat hij zijn dikke buik moest vasthouden
Die 2 konden het samen heel goed vinden.
Jammer dat ik toen niet in die kerk zat