Hamer en beitel zijn de typische werktuigen van een paleontoloog. Maar ook een vishengel kan nuttig zijn.

Ten tijde van de dinosauriërs werden de zeeën onveilig gemaakt door ichtyosaurussen. Deze zeereptielen leken uiterlijk sterk op dolfijnen, maar ze hadden kleinere hersenen en veel grotere ogen. Paleontologen hebben al meer dan 100 soorten ontdekt, die in grootte variëren van 50 cm tot 20 meter.

Een van de zeldzaamste en minst onderzochte ichtyosaurussen is Nannopterygius. Er is slechts één fossiel bekend van het anderhalve meter lange dier. Dat fossiel is bovendien moeilijk te onderzoeken: het wordt sinds 1922 permanent tentoongesteld in het Natural History Museum in Londen, waar het op vijf meter hoogte aan een muur hangt.

De Russische paleontoloog Nikolay Zverkov is er nu toch in geslaagd het fossiel in detail te bestuderen. Tijdens een recent studiebezoek aan het museum bedacht hij een ingenieuze en goedkope manier om het hoogteverschil te overbruggen. Hij maakte een fototoestel vast aan het uiteinde van een vishengel en creëerde zo een vijf meter lange selfiestick. Daarmee fotografeerde hij elk anatomisch detail van het skelet.

Zverkov stuurde de foto’s naar zijn Engelse collega Megan Jacobs. Zij herinnerde zich dat ze enkele gelijkaardige fossielen had gezien in een klein museum in Dorset. Toen Jacobs die fossielen opnieuw onderzocht, bleken ze inderdaad tot het geslacht Nannopterygius te behoren.

Het speurwerk van Zverkov en Jacobs leverde uiteindelijk 36 nieuwe fossielen van Nannopterygius op. De fossielen werden oorspronkelijk opgegraven in Engeland, Rusland, Spitsbergen en Frans Jozefland (een archipel in het Noordpoolgebied). Dat wijst erop dat Nannopterygius een uitgestrekt verspreidingsgebied had.

Nikolay Zverkov: ‘Tientallen jaren hebben we gedacht dat Nannopterygius zeer zeldzaam was. Nu is het duidelijk dat deze dieren algemeen en wijdverspreid waren. Het antwoord lag al die jaren voor onze neus. We hadden enkel een vishengel nodig.’
Foto