Als kind al liep Charlotte (33) bij een diëtiste, en de jaren die daarop volgden stonden ook altijd in het teken van haar gewicht. Vier jaar geleden besloot ze dat ze daar helemaal klaar mee was.

Charlotte: "Vrijheid, dat is echt de grootste winst sinds ik besloten heb om nooit meer een dieet te volgen. Ik zit niet meer gevangen in eetschema’s met regels over wat wel of niet mag. Ik hoor niet meer continu dat stemmetje in mijn hoofd dat mij bestraffend toesprak zodra ik iets in mijn mond stak dat eigenlijk ‘niet mocht’."

"Op de dag dat ik besloot om geen diëten meer te volgen, viel er een last van mijn schouders. Ik voelde me bevrijd. Had ik die stap maar eerder gezet. Als ik denk aan al die keren dat op mijn calorieën lette of nauwkeurig uitkiende wat ik die dag kon eten, dan denk ik nu: zonde van mijn tijd."

"Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik zwaar ben. Waarschijnlijk zit dit in de familie, mijn moeder heeft overgewicht en ook mijn zus heeft aanleg om te zwaar te worden. Al op mijn zevende liep ik bij een diëtiste vanwege mijn overgewicht. Mijn schooltijd was daardoor niet altijd makkelijk. Ik werd gepest omdat ik steviger was dan de andere kinderen. Van dat feit was ik me heel sterk bewust."

"Ik weet nog dat ik door een groep kleuters werd uitgescholden voor ‘varken’. Dat raakte me en ik vertelde het mijn juf. Die wuifde het weg: het waren ‘maar’ kleuters, zo erg was het niet. Maar ik vond het wél erg. Net als die keer dat we een Pabo-stagiaire voor de klas hadden staan die voor de hele klas verbaasd uitriep dat zij en ik ‘zo weinig in gewicht verschilden’. Dat soort momenten vergeet je nooit meer."

"Mijn moeder deed haar best om mij te helpen. Zo vroeg ze een keer aan de diëtiste of het oké was als ik ook op verjaardagen een taartje nam. Ze wilde mij immers niet alles ontzeggen wat andere kinderen wel mochten. De diëtiste antwoordde dat ik dan maar de lunch moest overslaan. Een belachelijk advies, en ongezond bovendien. Altijd moest ik rekening houden met wat ik at: maximaal zoveel lepels volkoren pasta bij het avondeten, alleen mager beleg op mijn boterhammen. Het was lastig om op school uit te leggen waarom ik geen tussendoortje nam, en op de tennisclub waarom ik geen energiedrankje vol suiker kon nemen."

"Mijn leeftijdsgenoten stonden daar helemaal niet bij stil en begrepen dat niet altijd. Dat was ook later zo, op de middelbare school. Dan ging ik winkelen met vriendinnen. Zij snapten niet dat ik niet zomaar in elke winkel iets kon passen. Zij hadden maat 36 en begrepen niet dat bij sommige merken ook maat 42 te klein voor mij was en dat ik dus naar speciale winkels voor grote maten moest. Dat was enorm confronterend voor mij."

"Toen ik na mijn eindexamen op kamers ging, leefde ik ongezond, zoals zoveel studenten. Maar dat was eerder een geldkwestie - toch maar die goedkope daghap-hamburger bestellen - dan dat ik bewust aan het snaaien was. Toen ik in die tijd een relatie kreeg met mijn huidige man en ik mijn schoonouders ontmoetten, uitten zij na een tijdje hun zorgen over mijn gewicht. Moest ik niet eens naar de huisarts om te laten onderzoeken? Daar stond ik niet van te kijken: altijd als ik nieuwe mensen ontmoette ging het gesprek vroeg of laat over mijn gewicht."

"Ik ben daar rekening mee gaan houden en tegenwoordig ontwijk de vraag niet meer maar maak ik er eenmalig een intensief gesprek van. Even door die zure appel heen bijten en vriendelijk knikken bij de goedbedoelde adviezen en de veronderstellingen weerleggen. Mensen hebben nu eenmaal vooroordelen, bijvoorbeeld dat ik te weinig beweeg of meer en slechter eet dan anderen. Of dat ik er zelf niets aan probeer te doen om af te vallen. Dat is niet tof, maar daar doe je weinig aan. Liever ga ik het gesprek aan en help ik ze er anders over te denken, dan dat ze die vooroordelen blijven houden."

"Door de jaren heen probeerde ik talloze diëten. Montignac, het flat belly dieet, Cambridge-dieet, het 1600-calorieën per dag dieet, een sapjes-en-shakes-dieet… Zo’n dieet beheerste dan mijn leven. De hele dag was ik ermee bezig. Bij het ontbijt moest ik nemen wat ‘mocht’, de lunch - vaak een salade - bereidde ik thuis al voor om op kantoor te eten, en bij het avondeten hield ik ook rekening met het dieet van dat moment."

"Bij alles moest ik keuzes maken: dit mocht wel, dat niet. Alle spontaniteit ging ervan af. Ging ik uit eten met vrienden, dan keek ik niet op de kaart wat ik lekker vond, maar wat het magerste was. Ik had het gevoel dat ik geen normaal leven had. Dat continue lijnen en rekening houden met ‘regels’ liet weinig ruimte in mijn hoofd over voor andere dingen. Ik was alleen maar met eten bezig."

"Regelmatig raakte ik door dat lijnen wel wat kilo’s kwijt, maar dan heb ik het over hooguit tien kilo. Een gezond gewicht bereikte ik nooit. Dat werkte zo demotiverend. Op mijn veertiende was een traag werkende schildklier bij me vastgesteld, ook dit speelde een rol bij het afvallen. Ik raakte gefrustreerd. Dag in, dag uit en uur in, uur uit was ik met eten bezig."

"Ik besefte dat ik daar niet alleen helemaal niet gelukkiger van werd, maar ook niet slanker of gezonder. Waar deed ik eigenlijk al die moeite voor? De knop ging om bij mij. Ik koos voor mijn geluk. Jarenlang had mijn gewicht mijn leven beheerst, nu was ik daar klaar mee."

"Het is inmiddels vier jaar geleden dat ik besloot nooit meer te lijnen. Onze weegschaal was vrij snel na deze beslissing stukgegaan en ik had nooit een nieuwe gekocht. Toen ik een jaar later uit nieuwsgierigheid bij mijn schoonouders op de weegschaal ging staan, bleek ik tot mijn verbazing elf kilo te zijn afgevallen. Daar had ik niets van gemerkt. Heel langzaam bleven de kilo’s eraf gaan, tot ik in vier jaar tijd veertig kilo kwijtraakte."

"Het mooie is: ik heb mezelf niets ontzegd. Ik at gewoon pizza, maar minder veel. Toen ik nog lijnde, was pizza een soort verboden vrucht voor mij. Als ik dan ‘zondigde’, dan nam ik het er ook van en at ik die hele pizza op. Nu luister ik veel beter naar mijn lijf. Ik voel wanneer ik vol zit en ben ongemerkt minder gaan eten. Omdat ik foute dingen van mezelf mag eten, voel ik niet meer de behoefte om me vol te proppen. Er zit geen frustratie meer achter en dat is zo’n fijne winst."

"Tegenwoordig sta ik hooguit één keer per week op de weegschaal. Vaker wil ik niet, het mag niet opnieuw zo’n obsessie worden. Sinds ik besloten heb om geen diëten meer te volgen, ben ik veel relaxter geworden. Mijn hele leven is nu positiever. Het gevecht met de kilo’s ga ik niet meer aan. Ik accepteer mezelf zoals ik ben."

"Om tot een gezond BMI te komen zou er nog twintig kilo af moeten, maar het is ook prima als dat niet gebeurt. Daar heb ik vrede mee, zolang ik gezond en happy blijf. Want nooit meer wil ik zo veel bezig zijn met eten en me zo ongelukkig voelen."