Wetenschappers hebben een tand van een vliegend reptiel gevonden in het fossiel van een 150 miljoen jaar oude voorloper van de inktvis.

De onderzoekers denken dat de pterosauriër, zoals het dier heet, de inktvis poogde op te vissen uit het water en dat daarbij een bijna twee centimeter lange tand bleef steken in het weefsel.

Hoewel niet vast te stellen valt of de inktvis stierf door de aanval, is de kans wel groot dat de vliegende dino het zeedier niet heeft kunnen oppeuzelen. De inktvis zonk na zijn dood namelijk af naar de zeebodem, schrijven de onderzoekers in een artikel dat deze week verscheen in het online wetenschapstijdschrift Scientific Reports.

Het fossiel werd gevonden in kalksteen bij de Beierse plaats Solnhofen. Tijdens de late Jura, zo'n 150 miljoen geleden, was dat gebied een eilandengroep met vele lagunes.

In die lagunes had het water een extreem hoog zoutgehalte en was er weinig zuurstof, waardoor het dier hoogstwaarschijnlijk zo goed bewaard kon blijven.

Volgens de wetenschappers is het zeldzaam dat dieren die voornamelijk bestaan uit zacht weefsel, zoals een inktvis, fossiliseren. Laat staan dat het fossiel ook nog eens hint naar een mislukte jachtpoging. Het is ook meteen het eerste signaal dat pterosauriërs überhaupt jaagden op prehistorische inktvissen.

"En direct bewijs van een succesvolle of mislukte jacht is essentieel voor het reconstrueren van uitgestorven voedselketens", schrijven de wetenschappers.
Illustratie