Een bedrijf uit Brabant mocht een logistiek werknemer die al bijna twee jaar ziek thuis zat, niet op staande voet ontslaan toen bleek dat hij elders werkzaamheden in een garage uitvoerde. Dat oordeelde het gerechtshof in Den Bosch onlangs.

De 35-jarige man werkte sinds 2009 voor het bedrijf als logistiek werknemer, maar werd eind 2016 met psychische klachten arbeidsongeschikt. Augustus vorig jaar ontving het bedrijf een klikbrief, waarin stond dat de man zwart zou werken in een garage.

Een onderzoeksbureau constateerde vervolgens dat de man inderdaad werkzaam was in de garage, onder meer met het poetsen van een busje. Toen de man hiermee vóór een bezoek aan de bedrijfsarts werd geconfronteerd en hij ontkende, werd hij door het bedrijf op staande voet ontslagen.

De werknemer stapte echter naar de rechter om het ontslag aan te vechten. Volgens hem was hij aanwezig in de garage om onder de mensen te zijn, zou dit uit medisch oogpunt noodzakelijk zijn geweest en had hij dit besproken met de bedrijfsarts.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelde eind 2018 dat het bedrijf de zieke werknemer niet had mogen ontslaan. Het bedrijf moest hem enkele ontslag- en schadevergoedingen van samen ruim 15.000 euro betalen.

Een hoger beroep tegen die uitspraak heeft het bedrijf niet geholpen. Uit een onlangs openbaar geworden uitspraak blijkt dat ook het hof oordeelt dat de onderneming veel te snel over ging tot een ontslag op staande voet.

Het hof zegt zich wel te kunnen voorstellen dat het bedrijf de man na zijn ontkenning ontsloeg. Toch had de werkgever eerst advies bij de arts moeten inwinnen of de werkzaamheden de genezing in de weg stonden, zoals het bedrijf stelde. Ook had het bedrijf moeten navragen of de werknemer wel of geen toestemming had gehad van de bedrijfsarts.

In hoger beroep eiste de man dat een onderdeel van de toegekende ontslagvergoeding zou worden verhoogd van 2.500 naar 40.000 euro. Daarmee ging het hof niet akkoord, omdat de man deels ook zelf verantwoordelijk was voor de situatie. Volgens de rechters had hij de werkzaamheden vooraf moeten bespreken met de werkgever.

De advocaten van zowel de werkgever als werknemer waren onbereikbaar voor commentaar.